Betreft: Heidenen afkerig van geloof?
Vraag:
Heidenen zijn toch mensen die niets van het geloof moeten hebben?
Antwoord:
Ons woord ‘heiden’ komt van het Gotische woord ‘haithi’, dat akker of veld betekent. Er werden dorpelingen of plattelandsbewoners mee aangeduid en dat in onderscheid van de stadsbewoners of stedelingen. Er werd oorspronkelijk dus een standsverschil mee aangegeven. Dit woord ‘heiden’ heeft later een religieuze betekenis gekregen en zo wordt het in de Statenvertaling en ook in de nieuwe vertaling van het NBG gebruikt.
In het Oude Testament zien we een onderscheid tussen het volk Israël en de andere volken. Dat was niet alleen een nationaal onderscheid, maar ook een religieus. Die andere volkeren dienden namelijk niet de ene God, Schepper van hemel en aarde, maar vele afgoden. Als er in het OT over volken gesproken wordt, kan de nadruk liggen op het kenmerk dat het niet – Joden zijn ofwel dat het gaat om andere naties. Maar de nadruk kan er ook op liggen dat die volken God niet kennen en dus afgodendienaars ofwel heidenen zijn.
In het Nieuwe Testament vinden we ditzelfde onderscheid, maar dat komt in de Statenvertaling en de vertaling van het NBG niet goed uit, omdat ze voor niet – Joden vrijwel altijd het woord ‘heidenen’ gebruiken, maar dat. is m.i. niet terecht. Ik wil dit met een voorbeeld verduidelijken. In Rm 11:11 staat in deze beide vertalingen dat door de val van Israël het heil tot de ‘heidenen’ is gezonden. Andere vertalingen hebben hier in plaats van heidenen ‘volken’ staan. Je kunt er namelijk voor pleiten dat hier niet het religieuze onderscheid benadrukt wordt, maar het nationale onderscheid. Dat komt in vers 12 en 13 vrij duidelijk uit want dan richt Paulus zich tot mensen die zijn bediening hebben aanvaard (zie ook vers 25). Zo kan men in Rm 15:16 ook in plaats van ‘heidenen’ beter ‘volken’ lezen.
In ons spraakgebruik doelen we met ‘heidenen’ meestal op volken in heidense gebieden, dus op mensen die afgoden vereren. We kunnen er echter ook mee doelen op mensen die niet in God geloven, dus op ongelovigen in algemene zin. Soms spreken we van ‘moderne heidenen’ en denken dan aan mensen die alleen maar leven voor geld, plezier, e.d. en daar als het ware een afgod van maken. Op zulke mensen doelt de vraag kennelijk