Betreft: Homofilie
Vraag:
(1) Mag een homofiel wel deel hebben aan het heilig Avondmaal? Mag hij in feite wel in de Gemeente komen?
(2) Het huwelijk is een vereniging van man en vrouw. Hoe is dit met homoseksuelen? Staat daarover iets in de Bijbel?
Antwoord:
Om geen onrecht aan een medemens te doen, zullen we onderscheid moeten maken tussen iemand die homofiel van aard is, maar het niet praktizeert en iemand die homosexuele relaties onderhoudt.
Hoe homofiele geaardheid kan ontstaan kunnen we daarbij in het midden laten. De meningen verschillen erover of het aangeboren is of in de kinderjaren veroorzaakt door fouten in de opvoeding. Dat probleem kunnen we echter laten rusten. God oordeelt niet naar onze geaardheid, maar naar wat we doen. Onze natuur is zondig en dat geldt voor de heterofiel net zo goed als voor de homofiel. God roept ons echter niet ter verantwoording voor onze geaardheid, maar voor wat we doen. De tucht des Heren richt zich op onze daden. De mensen voor de grote witte troon worden geoordeeld naar hun werken (Op 20).
(a) Welnu, als iemand homofiel geaard is, maar hij praktizeert dat niet dan mogen we hem (als hij een gelovige is, natuurlijk) de toegang tot het avondmaal niet ontzeggen. Als heterofiel hebben we toch ook onze zondige geaardheid dat we wel meer als een partner zouden willen hebben.
Er is pas reden tot kerkelijke tucht en dus wering van het avondmaal als iemand er sexuele praktijken op na houdt en hij die niet wil veroordelen en er niet mee wil kappen. Dit kwaad is natuurlijk des te ernstiger als iemand zich uit louter oververzadiging tot het eigen geslacht wendt en in lust daartoe ontbrand is (Rm 1: 24-26). Maar of het een gevolg is van geaardheid of van bandeloosheid ten allen tijde is de homosexuele daad zonde (Lv 18: 22; 20:13).
Of men zo iemand uit de Gemeente moet weren in die zin, dat hij niet in de kerk of het gebouw mag komen waar men vergadert is een andere zaak. De godsdienstoefening is in de regel een openbare zaak waar ieder die wil komen toegang heeft. Zo lang de persoon zich niet wanordelijk of provocerend gedraagt, kan men hem niet best de toegang ontzeggen. Wanneer men samenkomt in een particulier huis of als men de samenkomst besloten houdt dan ligt dat natuurlijk anders, maar dan is het nog de vraag of men zo ver moet gaan om iemand die onder tucht is gesteld de toegang te verbieden. Het kan immers zijn dat de persoon geestelijk herstel zoekt.
(2) Uit het voorgaande volgt al, dat een relatie tussen mensen van hetzelfde geslacht in strijd is met de Schrift. God heeft niet twee mannen aan elkaar verbonden en ook niet twee vrouwen. God heeft de mens geschapen als ‘man’ en ‘vrouw’ en die twee zijn verschillend geschapen zodat ze sexueel verkeer kunnen hebben en de eenheid van man en vrouw ook lichamelijk kunnen uitdrukken.
Een huwelijk van homofielen is met het bovenstaande in strijd. Bovendien zal men dan sexuele relatie hebben en dat is tegen Gods woord.