Betreft: het lijden / de dood
Vraag:
(a) Zendt God alleen het goede en laat Hij het lijden en de dood toe ? Of zendt Hij het lijden ook?
(b) Waarom moeten ook gelovige christenen pijn lijden bij ziekte?
Antwoord:
(a) Het probleem van lijden, ongeval en dood is een ontzaglijk moeilijk probleem. We zijn bij de bespreking ervan vaak erg eenzijdig. Het is ermee als met het vraagstuk van de uitverkiezing en de bekering. Velen leggen zo de nadruk op de uitverkiezing dat ze alles aan God toeschrijven en de mens alleen maar een lijdelijke funktie toekennen. Anderen leggen alle nadruk op de verantwoordelijkheid van de mens en schakelen de uitverkiezing uit. Zo is het ook met de kwestie van het lijden. De een legt alle nadruk op Gods kant en schrijft God alle verantwoordelijkheid voor lijden en leed toe, anderen leggen alle nadruk op de kant van de mens en van satan. Zij ontkennen haast dat God ook maar iets met het lijden te maken heeft. ‘Hij kan het ook niet helpen dat het plaatsvindt….’ zo zegt men
Voor we hier nader op ingaan eerst iets over de eerste vraag: ‘Zendt God alleen het goede?’. Wat bedoelt men namelijk met ‘het goede’? Zijn dat de dingen, die aangenaam voor ons zijn? Zijn het dingen die wij goed achten? Is bijv. ziekte daarvan uitgesloten? Wel, in die zin klopt deze uitdrukking niet, zie bijv. Ex 4:11. Als men er echter mee bedoelt dat alles wat God ons laat overkomen goed voor ons is ofwel ten goede voor ons gebruikt wordt, dan kunnen we daar van harte mee instemmen. Maar bij dat goede hoort dan ook lijden en beproeving. Uiteindelijk heeft God de Almachtige alles in zijn hand. We kunnen met niets om Hem heen. In de Bijbel wordt God nooit voorgesteld als Degene die Zich bij bepaalde zaken wel moet neerleggen omdat Hij er ook niets aan kan veranderen. Lees de Psalmen en je ziet dat God overal bij is, alles beheerst en regelt. Maar dat is slechts de ene kant van de medaille
De andere kant is volgens de Schrift dat Satan er is en dat hij actief bezig is als ‘mensenmoordenaar van de beginne’. Vervolgens is er de mens, die zijn eigen verantwoordelijkheid heeft en veel leed over zichzelf en zijn medemensen brengt. Wij zeggen wel eens: ‘een mens sterft nooit voor zijn tijd’, maar in Pr 7:17 lezen we: ‘waarom zoudt ge sterven voor uw tijd?'(vgl. Jb 22:15) en in Ps. 55:24 gaat het over mensen die hun dagen niet ter helfte brengen. Hoe moeten we het een nu met het ander rijmen? Wel, de kwestie is deze:
‘Als mensen goddeloos leven dan bekorten ze hun leven. Die bekorting is echter door God ‘ingebouwd’ om zo te zeggen. Dat goddeloos leven doen de mensen zelf met als gevolg dat ze hun leven bekorten, de inkorting is echter in de regering van God begrepen.
Naast God hebben we te doen met een zondige mensheid, een zondige wereld en met de sinistere figuur van Satan. Laat God de activiteiten van mens en satan nu maar lijdzaam toe omdat Hij er niets aan doen kan? Of laat Hij ze om de een of andere reden welbewust toe? De eerste van deze beide ‘mogelijkheden’ moeten we so-wie-so afschrijven. Als dat waar was, zou God God niet meer zijn. Zo wordt Hij ons ook niet in de Schrift geschilderd. Bekijken we de kwestie nader dan zien we dat God in bepaalde gevallen satan doelbewust zijn gang laat gaan, maar dat dan wel binnen de door Hem gestelde grenzen. We zien dat bij Job heel duidelijk. We merken het ook op in het leven van de apostel Paulus die een doorn voor het vlees, een engel van satan beschikt krijgt om hem voor hoogmoed te bewaren (2 Ko 12: 7). In deze gevallen is Satan zonder meer ‘in dienst bij God’ om zo te zeggen (vgl. ook 2 Kr 18:18-22).
Daarnaast echter treden mens en Satan op zonder dat we direct de hand van God erin zien. Satan gaat rond als een brullende leeuw om de gelovigen zo mogelijk te verslinden en mensen vervolgen Christenen vaak meedogenloos. Dat niet alleen, maar mensen brengen door moedwil, of door onvoorzichtigheid elkaar soms onzegbaar veel leed toe. Hoe zit het met dat alles?
Heel voorzichtig kunnen we er dit van zeggen: Satan is door God geschapen en heeft een hoge positie gekregen. Zijn positie was van Hogerhand beschikt en geregeld. Na zijn val heeft hij kennelijk nog bepaalde bevoegdheden en heeft hij een grote mate van bewegingsvrijheid. Ligt dat nog opgesloten in de wettelijke regeling van Hogerhand? Houdt God zich daaraan vanwege zijn trouw aan Zijn woord? Hoe het zij: Satan is er en hij is geen marionet, maar een verantwoordelijk wezen dat een bepaalde vrijheid van handelen heeft. Met de mens is het precies zo. Hij is als beeld van God gesteld op deze aarde en heeft na de zondeval die plaats behouden met de daaraan verbonden verantwoordelijkheid.
We lezen in bepaalde gevallen dat God ingrijpt met gericht als de mens de maat van het kwaad vol gemaakt heeft (zie Gn 15: 16, vgl. 18: 20, 21). Kennelijk zit daar een rechtsregel achter, die wij weliswaar niet kennen omdat we ‘van beneden zijn’, maar die aan het goddelijk recht beantwoordt. Zo moet het ook met deze wereld in zijn geheel zijn.
Laten we nu een praktisch geval nemen. Een dronken chauffeur rijdt een kind dood. Die chauffeur heeft dat gedaan, hij draagt er de volle verantwoordelijkheid voor en zal er eens rekenschap voor hebben af te leggen. Heeft God nu actief gewild dat dit ongeval gebeuren zou? Dat kunnen we toch niet zeggen ?!! Laat God het dan lijdelijk toe? Staat Hij bij zoiets machteloos aan de zijlijn? Dat kan toch ook niet het geval zijn?! Of is het begrepen in het feit dat we in een wereld leven waarvan de mens als hoofd van de schepping in zonde is gevallen en is het de nasleep van dat verschrikkelijk gebeuren waarover Gn 3 ons inlicht?
Laat God het actief toe in deze zin, dat Hij welbewust deze wereld haar weg laat vervolgen op het pad dat ze sinds het gebeuren van Gn 3 is ingeslagen totdat de tijd rijp is om in te grijpen en orde op zaken te stellen?! Dat laatste houdt dan in de verheerlijking van Zijn Zoon, Jezus Christus, die orde op zaken stellen zal.
Ik ben overtuigd, dat we het zo moeten beschouwen. Het boek de Openbaring geeft dat laatste in ieder geval aan. Maar ook dat is voor de gelovige niet alles, want dan zou het vrij troosteloos zijn wat het leven hier en nu betreft. God laat Satan en de mens in veel opzichten wel hun gang gaan, hij verhindert ze dus niet, maar Hij houdt de touwtjes in handen en wat zij bewerkstelligen neemt Hij in Zijn hand om er voor de Zijnen iets goeds uit te doen voortkomen. Dat is de zin van Rm 8: 28 dat Hij alle dingen doet meewerken ten goede.
Als ouders een kind ontvalt door een ongeval dan mag satan er achter zitten, een dronken chauffeur mag de schuld hebben, een samenloop van omstandigheden mag de oorzaak zijn, maar…. als gelovigen weten we dat God alle dingen doet meewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben en dat Hij boven alles staat en het kind thuisgehaald heeft. Job heeft niet gezegd: ‘De Heer heeft gegeven, de Satan heeft genomen’, maar ‘de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen’. Dat alles in de hand van God is, is juist de troost voor de gelovige. Het zou verschrikkelijk zijn om de dingen uit de hand van de mens, satan of het noodlot te moeten aannemen.
(b) De gelovigen maken net als de niet-gelovigen deel uit van deze gevallen schepping en tezamen met de niet-gelovigen delen ze in de gevolgen van de zondeval. Rm 8 zegt, dat de hele schepping zucht en dat ook wij zuchten. Als lijden, pijn, aftakeling een gevolg zouden zijn van persoonlijke zonde dan zouden we ons kunnen afvragen waarom echte christenen, die God dienen, lijden moeten ondergaan, enz. Maar ziekte, aftakeling, enz. is een algemeen gevolg van de zonde die door de zondeval in de wereld is gekomen en daar delen we allen in. Waarom de een er meer in deelt dan de ander is een vraag waarop niet zo maar een antwoord is te geven. We moeten dat overlaten aan Gods soevereiniteit. Hij is ons geen verantwoording schuldig. Wel mag de gelovige er op vertrouwen dat alle dingen meewerken ten goede.