Vraag:
Als we het verbond helemaal opgeven doen we dan niet tekort aan de genade van God?
Zien we bij hen die geen belijdenisgeschriften hebben niet een zekere oppervlakkigheid?
Antwoord:
Aan Abraham is beloofd dat God zijn verbond zou oprichten met hem en met zijn zaad. Het teken van dat verbond was de besnijdenis en de inhoud o.a. dat zijn nageslacht het land Kanaän tot een erfelijke bezitting zou ontvangen. Dat aspekt geldt alleen het letterlijk nageslacht van Abraham.
Daarnaast is hem gezegd dat in hem d.w.z. in zijn zaad alle geslachten des aardrijks gezegend zouden worden. Dat aspekt geldt voor allen zowel voor Jood als heiden en de voorwaarde om de zegen te ontvangen is het geloof.
De genade van God strekt zich dus uit tot alle mensen. De wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn door Jezus Christus geworden.
Toen Paulus het evangelie aan de stokbewaarder te Filippi voorstelde sprak hij tot een man, die in ieder geval op dat moment niet in het verbond was opgenomen. Hij stelt hem de genade van God voor in Christus Jezus, want hij zegt: Geloof in de Heer Jezus en gij zult behouden worden; gij en uw huis.
Of we nu geloven dat die man daarop in het verbond met Abraham is opgenomen of niet doet aan het aanbod van genade niets af. We gaan dus juist niet voorbij aan de genade van God. Zij die die genade enkel beperken tot bondelingen doen aan de genade te kort. Het laatste neemt niet weg, dat zij die de genade aanvaarden uiteindelijk de uitverkorenen zijn, maar dat is een andere zaak. God biedt Zijn genade aan alle mensen aan en de mens staat verantwoordelijk voor wat Hij met die genade doet.
Er zijn kerken met belijdenisgeschriften waar de oppervlakkigheid de eeuwen door zichtbaar is geweest.Daartegenover zijn er groeperingen zonder belijdenisgeschriften die zeer zorgzaam naar het woord van God leven. Het omgekeerde is echter ook het geval. De grote vraag is dan ook niet of we belijdenisgeschriften hebben of niet, maar of we vasthouden aan het woord van God als de enige bron van gezag en of we er ook daadwerkelijk naar willen leven. We kunnen de boodschap van God namelijk nooit beter formuleren en nooit indringender naar voren brengen dan het in de Bijbel is gebeurd.