Vraag:
Niet onder de wet zijn, betekent toch dat we niet meer onder de strafbepaling van de wet staan?
Antwoord:
Niet onder wet zijn betekent dat de wet als een bestel voor ons heeft afgedaan. De vraag is nu of iemand zich onder de wet kan stellen en dan de strafbepaling ervan kan losmaken. De wet is namelijk één geheel. God heeft Israël de wet opgelegd met de strafbepaling er bij. Als we ons onder de wet stellen dan betekent dat (of we ons dat bewust zijn of niet) dat we de wet als basis voor onze verhouding tot God nemen. Dan stellen we ons in principe ook onder het beginsel: ‘wie deze dingen zal gedaan hebben, zal daardoor leven’, dat is namelijk onlosmakelijk met het beginsel van wet verbonden. Dan geldt ook, dat we vervloekt zijn als we niet blijven in al hetgeen geschreven is in het boek der wet (Gl 3:1-12).
Er is echter meer, want de Bijbel zegt nooit dat we niet onder de strafbepaling van de wet staan.In Rm 6:14 staat niet dat we niet onder de straf van de wet staan, maar dat we niet onder de wet staan. Dat zijn geen woorden van mensen, maar van de Schrift zelf. Mogen wij nu zeggen: ‘Ja, dat staat er wel, maar …’ en dat we dan invullen wat wij denken dat er had moeten staan? Is dat eerbied hebben voor het onfeilbaar woord van God?
Vaak zegt men: ‘die woorden betekenen alleen dat we niet onder de ceremoniële wet van God staan, onder de morele wet staan we nog wel. Afgezien van het feit dat de wet zelf het onderscheid tussen de ceremoniële en de morele wet nergens maakt, klopt de redenering niet, want er staat: ‘Want de zonde zal over u niet heersen, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade’. Het gaat dus terdege om het morele karakter van de wet.
De angst die bij velen opkomt als ze horen beklemtonen dat we niet onder de wet zijn, is deze dat ze denken dat dit een vrijbrief voor het zondigen zou betekenen. Die angst en die gevolgtrekking heeft Paulus echter voorzien, want hij vervolgt met: ‘Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet zijn onder de wet, maar onder de genade? Dat zij verre’. Nogmaals het gaat dus terdege om de wet met zijn morele voorschriften, kortweg gezegd: de tien geboden. De apostel brengt echter niet naar voren dat we niet mogen zondigen, omdat we wel onder de morele wet staan, maar ….dat als we zondigen we dan slaven van de zonde worden en niet gehoorzaam aan het onderricht dat ons is overgeleverd. En het is juist de genade die ons dat onderwijs geeft.(zie Tt 2:11, 12) !!