Betreft: De wil van de mens na de zondeval.
Vraag:
(a) In hoever heeft de mens na de zondeval een vrije wil?
(b) Volgt uit Mt 23:37 niet dat de mens nog steeds een vrije wil heeft
Antwoord:
(a) Voor de zondeval had de mens een volstrekt vrije wil. Hij kon verkiezen om God te dienen, hij kon ook aan God de gehoorzaamheid opzeggen. God dwong de mens niet tot het eerste en helemaal niet tot het laatste. Evenmin werd de mens door iets, dat inwendig bij hem aanwezig was, gedwongen tot het een of tot het ander. De mens leefde in volledige onschuld en kon om zo te zeggen beide kanten op. Hij was niet door iets in zijn schepping aangelegd om het een wel en het ander niet te doen.
Na de zondeval is in deze toestand een verandering gekomen. Zijn natuur of aard is zondig geworden, geneigd tot het kwade. Het is niet zo, dat God de mens dwingt om het kwade te doen en hij er dus niets aan doen kan als hij zondigt. Het is wel zo, dat de zonde de mens beheerst en dat zijn wil naar het kwade geneigd is.
Dit betekent dan ook dat de redding van God moest uitgaan en ook van God is uitgegaan. God heeft Zijn Zoon gezonden en biedt redding aan mensen, die met de rug naar Hem toe staan. God werkt door zijn Woord en Zijn Geest aan het hart van de zondaar om hem tot inkeer te brengen. Ja, God bewerkt het willen en het werken (Fp 2:13).
Maar… dit sluit beslist onze verantwoordelijkheid van de mens niet uit. De mens is niet ‘een stok en een blok’. Nee, God roept ons op om ons te bekeren. Een van de laatste woorden in de bijbel luidt: ‘Wie wil neme het water des levens om niet’ (Openb.22:17). Als iemand het evangelie verwerpt dan geldt van hem hetzelfde als van de inwoners van Jeruzalem: ‘Hoe dikwijls heb ik uw kinderen bijeen willen vergaderen…..en gij hebt niet gewild’ (Mt 23:37).
Deze twee aspekten zijn allebei waar, alleen kunnen wij met ons beperkte verstand ze niet ‘op een rijtje krijgen’. We zien slechts één zijde van de medaille en nooit beide zijden tegelijkertijd.
(b) Zoals bij ‘a’ betoogd had de mens voor de zondeval een vrije wil. Hij was vrij in het maken van zijn keuzes, dat wil zeggen hij werd niet naar de een of andere kant gedwongen.
Na de zondeval heeft de mens nog steeds de mogelijkheid om een keuze te maken, God dwingt hem niet tot een bepaalde keus. Maar de zondige aard van de mens heeft de mens zo in de macht dat de zondemacht de keus van de mens bepaalt. Als men onder vrije wil verstaat dat de mens een keuzemogelijkheid heeft, dan kan men zeggen dat de mens ook nu nog een vrije wil heeft. Maar….. onder vrije wil verstaan we meer, namelijk een volkomen onbelemmerde wil en die heeft de mens niet meer, de zonde in hem bepaalt zijn keuze. Voor die keus blijven we echter voor 100% verantwoordelijk.