a Een gelukkig en een fataal ‘daarna’

Hebr. 12:11: De tuchtiging (als opvoedingsmaatregel) van de Heer is op het ogenblik zelf geen reden tot vreugde, maar daarna geeft ze een vreedzame vrucht van gerechtigheid aan hen die erdoor geoefend zijn.

Hebr. 12:17: Ezau verkocht zijn eerstgeboorterecht en we lezen niet dat hij daarvan ooit spijt gehad heeft en dat als zonde heeft beleden. Daarna toen Jakob hem de zegen afstal probeerde hij onder tranen zijn vader tot andere gedachten te brengen (bij Izaäk berouw te bewerken), maar toen was het te laat. De zegen was al aan Jakob geschonken.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies