Betreft: Arminius en Gomarus
Vraag:
Hoe zat het precies met de tegenstelling in leer tussen Arminius en Gomarus
Antwoord:
Het ging om het uiterst moeilijke punt van de verhouding tussen Gods soevereine uitverkiezing en de verantwoordelijkheid van de mens om het evangelie aan te nemen en te geloven in Jezus Christus. Tevens speelde daarbij de kwestie van de volgorde van Gods raadsbesluiten een rol.
Iedere verklaarder zit met de moeilijkheid hoe men de eerstgenoemde twee aspecten met elkaar in overeenstemming moet brengen. Men kan op drie manieren trachten met dit vraagstuk klaar te komen. De ene manier is dat je alle nadruk legt op de uitverkiezing en dat het geloof daarin zijn grond vindt. Die weg sloeg Gomarus in. Het gevaar is dan dat men in een houding van lijdelijkheid vervalt. Zo in de zin van: ‘Je moet maar afwachten of je uitverkoren bent’. Aan het ernstig gemeend zijn van het heilsaanbod kan dan ook tekort gedaan worden. Het evangelie moet aan allen gepredikt worden, maar hoe kan het aanbod van het heil aan de niet-uitverkorenen dan nog ernstig gemeend zijn?
De tweede oplossing is dat men alle nadruk legt op de verantwoordelijkheid van de mens en daar de uitverkiezing aan ondergeschikt maakt. Dat deed Arminius. Hij leerde dat God die mensen heeft uitverkoren van wie Hij vooruit wist dat ze zouden geloven. Het grote gevaar van die opvatting is dat je de behoudenis volkomen afhankelijk maakt van de wil van de mens en die mens een vrije wil toedenkt.
De derde oplossing is dat we het vraagstuk laten liggen waar het ligt en beide aspecten: Gods uitverkiezing tot zaligheid en de menselijke verantwoordelijkheid om zich te bekeren in hun volle waarde laat. Men moet de een niet tegen de ander uitspelen. We zullen moeten erkenning dat dit een zaak is die ons begrip te boven gaat. Helaas was men destijds niet zo wijs.