Betreft: Avondmaalsbrood
Vraag:
Moet het avondmaalsbrood niet ongezuurd zijn? Het stelt toch het lichaam van de Heer Jezus voor?
Antwoord:
Waar de Schrift ons duidelijke voorschriften geeft, is het zaak ons daaraan te houden. In niet geheel duidelijke zaken moeten wij geen regels stellen. Wanneer we in twijfelachtige kwesties voor onszelf bepaalde richtlijnen stellen dan heeft dat geen ernstige konsekwenties, hoewel het gevaar van wetticisme dan wel op de loer ligt. Maar betreft het zaken van algemene aard, die de hele geloofsgemeenschap aangaan, dan brengt het verwarring en verdeeldheid als we in twijfelachtige gevallen richtlijnen voorschrijven. Welnu, er staat nergens uitdrukkelijk in het Nieuwe Testament dat het brood ongezuurd moet zijn. Omdat het avondmaal is ingesteld tijdens de Paschamaaltijd kunnen we wel aannemen dat de Heer ongezuurd brood heeft gebruikt, maar nergens wordt dat met zoveel woorden gezegd.
Evenmin wordt er in dit verband een zinnebeeldige verklaring gegeven, die tot die conclusie zou nopen. Het brood stelt weliswaar het lichaam van de Heer voor en daarbij past zuurdeeg niet, maar dat is niet de enige betekenis. Het brood stelt namelijk ook zijn mystieke lichaam, de Gemeente of Kerk, voor. Wat deze laatste betekenis betreft is zuurdeeg dus niet misplaatst. We merken dat namelijk op bij de beschrijving van het feest der weken ofwel het Pinksterfeest (Lv 23). Terwijl er in een spijsoffer geen zuurdeeg mocht zitten (Lv 2: 4,5) omdat Christus daardoor werd voorgesteld, moesten de twee beweegbroden die met Pinksteren werden geofferd, wel zuurdeeg bevatten (Lv 23: 17).
Die twee broden stellen namelijk de Gemeente voor zoals ze op de Pinksterdag werd gevormd.
Het is m.i. zeker niet naar de gedachte van de Heer om niet aan het avondmaal te gaan als er gezuurd brood wordt gebruikt. Laten we daarbij ook bedenken, dat niet het uiterlijke het belangrijkst is, maar onze innerlijke toestand.