1 Hij deed zijn naam ‘zoon van de vertroosting’ eer aan, want hij verkocht zijn akker en gaf het geld aan de apostelen ten behoeve van de armen in Jeruzalem Hd 4:36,37
2 Hij had oog voor het belang van anderen. Hij introduceerde Paulus bij de leiders van de gemeente te Jeruzalem Hd 9:27
3 Hij bezat het vertrouwen van de apostelen. Ze zonden hem uit om het werk in Antiochië te beoordelen Hd 11:22
4 Hij had oog voor het belang van de gelovigen. Hij was echt een vertrooster Hij verblijdde zich toen hij de genade van de Heer zag en wekte de gelovigen op om met een voornemen van het hart bij de Heer te blijven Hd 11:23
5 Hij was een goed man, vol van de Heilige Geest en van geloof Hd 11:24
6 Hij stond open voor medewerking met anderen. Hij zocht Paulus op en werkte samen met Hem in Antiochië voor de Heer als leraar Hd 11:25
7 Zijn zorg voor de armen te Jeruzalem blijkt opnieuw als hij samen met Paulus de opbrengst van een collecte naar Jeruzalem brengt Hd 11:30
8 Hij wilde jongeren activeren voor de Heer, want toen hij met Paulus terugkeerde naar Antiochië nam hij zijn neef Markus mee Hd 12:25
9 Hij stelde zich beschikbaar om samen met Paulus aan de eerste zendingsreis te beginnen, waarbij ze Johannes Markus als hulpje meenamen Hd 13: 4,5
10 Hij bezat vrijmoedigheid en wees tegenstanders terecht samen met Paulus Hd 13:45-47
11 Hij verrichtte samen met Paulus tekenen en krachten die de Heer door hen werkte Hd 14:4
12 Hij is geschikt om samen met Paulus orde op zaken te stellen. Ze worden nl. uitgezonden van Antiochië om de leerstellige kwestie van de besnijdenis in Jeruzalem te bespreken Hd 15:2
13 Hij geeft samen met Paulus alle eer aan God voor wat Hij door hen gewerkt had Hd 14:27; 15:4,12
14 Hij werd net als Paulus erkend als een geliefde en werd door de apostelen waardig gekeurd om de beslissing over de leerkwestie naar Antiochië over te brengen Hd 15:25
15 Niets menselijk was hem vreemd (en Paulus ook niet), want hij raakte in een twist gewikkeld met Paulus om Markus. Misschien liet hij zich daarin door de familieband leiden. Toch ging hij weer uit voor de Heer Hd 15:36-39; Gl 2:13
16 Kennelijk is er toch een verzoening met Paulus tot stand gekomen. Paulus spreekt later namelijk in positieve zin over Barnabas. Het woord ‘zelfs Barnabas’ in Gl 2:13 geeft een zekere waardering aan. Paulus had dit niet van zijn vroegere reisgenoot verwacht 1 Ko 9:6; Gl 2:13
Barnabas, wel een man om wat van te leren!