1 De dood is een straf of een gevolg van de zonde. De komst van de Heer betekent een bevrijding van de zonde
2 De dood is pijnlijk, verdrietig. De komst van de Heer betekent blijdschap
3 De dood buigt je wenend neer. De komst van de Heer heft je ogen omhoog en geeft vreugde
4 De dood betekent scheiding. De komst van de Heer is een blijde hereniging
5 De dood is de grote vijand. Hij die komt is onze grootste vriend
6 Bij de dood gaat de gelovige naar Christus toe. Bij de komst van de Heer komt Hij naar ons toe