1 Hun toestand: ze waren melaats. Melaatsheid is een beeld van de zonde vs 3
2 Waar ze waren: buiten de poort want ze waren onrein vs 3
3 Hun vraag: waarom blijven we hier totdat wij sterven. Ze zagen hun toestand in vs 4
4 Wat was hun plan? Op genade of ongenade over te lopen naar de Syriërs vs 4
5 Ze kwamen in actie en voerden hun plan uit vs 5
6 Hun ervaring: ze vonden de legerplaats van de Syriërs leeg vs 5b-7
7 Ze werden verzadigd. Ze aten en dronken en namen zilver en goud in beslag vs 8
8 Hun geweten begon te spreken toen ze aan de mensen in Jeruzalem dachten. Ze zeiden: we doen niet goed. Deze dag is een dag van blijde boodschap en wij houden ons stil vs 9
9 Hun getuigenis:Ze riepen de poortwacht van de stad aan en brachten hen het blijde nieuws vs 10
Doen wij hetzelfde met het evangelie waardoor wij gered zijn?