b De Meester en zijn volgelingen – Mattheüs 10:1

Wat de Meester deed

  1. Hij riep ze “Hij riep zijn twaalf discipelen” Mt 10:1
  2. Hij gaf ze macht “Gaf hun macht over de onreine geesten” en om elke ziekte en elke kwaal te genezen” Mt 10:1
  3. Hij gaf hen de volgende bevelen
    a. tot wie ze moesten gaan… ”tot de verloren schapen van het huis Israëls” Mt 10:6
    b. wat ze hadden te prediken “het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen” Mt 10:7
    c. wat ze niet moesten doen… ”geen geld e.d. meenemen” Mt 10:9,10
    d. doe onderzoek… ”onderzoek wie daarin waard is” Mt 10:11-13
    e. veroordeel de onwaardigen “schudt het stof van uw voeten” Mt 10:14
  4. Hij waarschuwde hen “Pas op voor mensen” Mt 10:17
  5. Hij gaf henraad Wees niet bezorgd over wat te zeggen” Mt 10:19,20
  6. Hij verzekerde hen “De haren van uw hoofd zijn alle geteld” Mt 10:30

Een geweldig schema om in een toespraak op onze toestand toe te passen

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies