1 Ze was weduwe. Haar man die de Heer diende was gestorven. Ze had te maken gehad met de dood. Ook wij krijgen daarmee te maken 2 Kon 4:1
2 Er was een schuldeiser die haar zonen als slaven bij haar wilde weghalen. Slavernij in geestelijke zin kennen we . We zijn slaven van satan, van drugs, drank e.d. 2 Kon 4:1
3 De vrouw had niets om de schuldeiser af te kopen. Ze had niets dan een kruikje olie.
Ook wij bezitten niets om onze schuld af te betalen 2 Kon 4:2
4 Dat weinige was in Gods hand echter genoeg om vermenigvuldigd te worden en te verkopen. Om de schuld af te kopen en van de rest te leven. Voor ons heeft God een volheid van leven in ‘voorraad’ 2 Kon 4:3-7