Er zijn drie vijanden die ons belagen, te weten: de wereld, het vlees en de duivel. Daarvan zegt de Schrift dit:
De wereld
1 Heb de wereld niet lief, noch wat in de wereld is. 1 Jh 2:15
Demas kreeg de tegenwoordige wereld of eeuw lief en verliet Paulus 2 Tm 4:10
2 Wordt niet gelijkvormig aan deze wereld. Dat is niet in de eerste plaats een zaak van uiterlijke dingen, maar van ons denken Rm 12:2
3 Overwin de wereld. In Christus zijn we meer dan overwinnaars 1 Jh 5:4; Rm 8:37
4 We moeten ons onbesmet van de wereld gedragen Jk 1:17
Het vlees
1 Onthoudt u van de vleselijke begeerten 1 Pt 2:11
2 We hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd Gl 5:24
We zijn met Christus gekruisigd Gl 2:20
3 We hebben het vlees nog wel in ons, vandaar de vermaning: ‘We zijn schuldenaars , niet aan het vlees om naar het vlees te leven, want als u naar het vlees leeft, zult u sterven, maar als u door de Geest de werkingen van het lichaam doodt, zult u leven’ Rm 8:12,13
De duivel
1 Satan is een leugenaar. Hij loog tegen Eva in de hof. Jh 8:44; Gn 3:5
2 Hij moet op ons geen voordeel behalen doordat wij niet vergevensgezind zijn 2 Ko 2:11
3 We moeten standhouden tegen de listen van de duivel Ef 6:11
4 Hij is onze tegenstander en hij is actief. Hij gaat rond als een brullende leeuw 1 Pt 5: 8