b Een portret van Kaïn – Genesis 4

Zijn voorrechten

  • Hij had ouders die God dienden, zij het niet volmaakt Gn2:21-23 en 4:2
  • God liet hem niet links liggen, maar sprak met hem en waarschuwde hem Gn4:6,7 zie ook 9-15

Zijn ‘weg’

  • Was een weg van zelf rechtvaardiging Gn3:3-5
    (Hij had niets geleerd van de les die zijn ouders kregen en bracht een onbloedig offer > denk aan Hb11:4 > het offer van Abel Hb11:4 was in zichzelf een beter offer)
  • Was een weg van jaloezie en haat 1Jh3:11,12
  • Was een weg van bloedschuld en onverschilligheid Gn 4:8,9

Zijn straf

  • Zijn wanhoop > misdaad te groot om de straf te dragen Gn4:11,12>13
  • Zijn weg voerde van de Heer af Gn4:16
  • Zijn hoogmoed > sticht een stad en noemde die naar zijn zoon Gn4:17; vgl. Ps49:12,13
  • Zijn oordeel > Wee hen die de weg van Kaïn volgen Jd:11
Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies