I Hoe?
1 “In onvergankelijkheid” dus niet versagen Ef 6:24
2 “Met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw verstand Mt 22:37
3 Niet uit te blussen: “Veel wateren kunnen haar niet blussen” Hg 8:7
(Gaat daar om de liefdevan en tot de mens)
4 Zelfs als de dood dreigt niet opgeven Op 12:11
II Kenmerken
1 Blijdschap en gejuich: “In u zullen juichen.wie u liefhebben” Ps 5:12
2 Haat van het kwade:Gij die de Here liefhebt, haat het kwade” Ps 97:10
3 Houden van Gods geboden:’Bewaart mijn geboden” Jh 14:15
4 “Wie God liefheeft. moet ook zijn broeders liefhebben” 1 Jh 5:1
5 ‘Zorg voor de lammeren van de kudde’ Jh 21:15
III Werkzaamheid van de liefde
1 De liefde is lankmoedig
2 Ze is goedertieren
3 Ze is niet jaloers
4 Is nederig > praalt niet
5 Ze is niet trots
6 Doet geen verkeerde dingen
7 Is niet uit op eigen belang
8 Wordt niet verbitterd
9 Rekent het kwade niet toe
10 Verblijdt zich niet over het kwade maar over de waarheid
11 Ze verdraagt alles
12 Gelooft alles
13 Ze gelooft alles
14 Ze hoopt alles
15 Ze verduurt alles
16 Ze vergaat nooit
17 Ze is meerder dan geloof en hoop
zie 1Ko 13: 4-13