Zijn komst
- Hoewel later dan verwacht, kwam Jezus aan te Bethanië nadat Hij het bericht gehoord had dat Lazarus ziek was (Ja 11:3,28);
- Hij kwam om leven te brengen: “Lazarus kom naar buiten” (Jh 11:43);
- Hij kwam om vrijheid te brengen: “Maak hem los en laat hem heengaan” (Jh 11:44);
- Hij wekte op tot geloof: “Geloof je dat?” (Jh 11:27);
- Hij kwam om te troosten:” Je broer zal opstaan” (Jh 11:23)
Zijn oproep aan Maria
- het was een goddelijk roepen; ”De Meester is daar en Hij roept je” (Jh 11:28);
- het was een persoonlijke oproep: ”Hij roept je” (Jh 11:28);
- de roep had effect: ”Zij stond snel op en ging naar Hem toe” (Jh 11:29)
Het betoon van zijn macht
We lezen driemaal dat Jezus een dode opwekt te weten
- het dochtertje van Jaïrus. Dat gebeurde in de kamer waar ze was gestorven (Mk 5:41,32);
- de jongeling van Naïn. Dat gebeurde toen men hem naar het graf bracht (Lk 7:11-17)
- bij Lazarus gebeurde het toen deze al vier dagen dood was en zijn lichaam tot ontbinding was overgegaan. (Jh 11:39).
Wat een openbaring van Goddelijke macht!