Jozua en het volk Israël krijgen belangrijke aanwijzingen en beloften wat het in bezit nemen van Kanaän betreft.
1 Ze krijgen de belofte :’Elke plaats die uw voetzool betreden zal geef ik u’ Jz 1::2
2 ’Niemand zal voor u stand houden… Ik zal met u zijn’ Jz 1:5,9
3 God zal met hen zijn ‘Ik zal u niet begeven en u niet verlaten’ Jz 1:5
4 God roept Jozua op om sterk en moedig te zijn Jz 1:6,7,9 verg vs 18
5 Zij moeten niet afwijken naar rechts of naar links opdat ze voorspoedig zullen zijn’ Jz 1:7
6 Het wetboek mag niet wijken uit hun mond dus: Spreek ervan
Ze moeten het overpeinzen bij dag en nacht dus: Bestudeer het
Ze moeten er naauwgezet naar handelen dus… Gehoorzaam het Jz 1:8
7 De Heer zal hen rust geven in het land Jz 1:14,15