Nadat Mozes een zegen heeft uitgesproken over elk van de stammen van Israël, spreekt hij een zegen uit die het hele volk geldt en wel:
1 dat God, die met niemand te vergelijken is, hun helper is vs 26
2 die God is hun een woning en Hij ondersteunt het volk met zijn eeuwige armen vs 26
3 Hij verdreef de vijand en daardoor kreeg Israël een veilige woning vs 26
4 Hij gaf het volk overvloed in een land van koren en most vs 28
5 er is niemand aan God gelijk, maar er is ook geen volk aan Israël gelijk vs 29
6 God heeft het volk verlost en Hij beschermt het vs 29
7 Hij geeft zijn volk een complete overwinning vs 29
In geestelijke zin kunnen we die punten ook op ons, als het volk dat Jezus Christus verlost heeft, toepassen Tt 2:14