1 Hij was een vervolger van de Gemeente > “Hij blies dreiging en moord” vs 1, 4
2 Hij werd ter neer geveld door de Heer > “ter aarde gevallen’ vs 4
3 Hem zal verteld worden wat hij moet doen > ‘er zal tot je gesproken worden’ vs 6 (22:9)
4 Hij werd tot nadenken gebracht o.a. door zijn blindheid vs 8,9
5 Hij werd ziende vs 17
6 Hij was een uitverkoren vat d.w.z. dienstknecht vs 15
7 Hij ontving kracht door de Heilige Geest vs 17
8 Zijn bekering was radicaal en zichtbaar > ‘hij werd gedoopt’ vs 17