Er is het gebed van de Heer: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen” Lk 23:34;
Dan is er de belofte “Vandaag zult u met Mij in het paradijs zijn” Lk 23:43;
Er is de zorg van de Heiland “Vrouw, zie uw zoon… ”Zoon… Zie uw moeder” Jh 19:27;
Zijn positie wordt uitgedrukt in de woorden “Waarom hebt gij Mij verlaten” Mt 27:46;
Zijn lichamelijk lijden blijkt uit de woorden “Ik heb dorst” Jh 19:28
De volmaaktheid van zijn werk komt naar voren in de woorden “Het is volbracht” Jh 19:20
Zijn overgave blijkt uit de woorden “Vader in Uw handen beveel Ik mijn geest” Lk 23:46
Bij elk van deze kruiswoorden zouden we een uitgebreide overdenking kunnen plaatsen.
Ik geef hier een beknopte:
- zijn wij vergevensgezind ook naar hen toe die ons smaden of zelfs vervolgen?
- bouwen wij onvoorwaardelijk op de beloften van de Heer?
- hebben we zorg voor onze na-bestaanden?
- beseffen we dat God Zijn Zoon verliet omdat Hij onze zonden droeg en tot zonde werd gemaakt?
- denken we eraan dat we als navolgers van de Heer ook lichamelijk lijden kunnen ondergaan?
- kunnen wij aan het eind van ons leven stellen dat we onze taak volbracht hebben?
- en kunnen we onze toekomst dan in zijn hand overgeven?