1 Menselijk bestaan in neutrale zin > Het Woord is vlees geworden Jh 1:!4
2 Menselijk bestaan in slechte zin > De werken van het vlees Gl 5:19
3 Aanduiding van de mensheid > Het eind van alle vlees is gekomen Gn 6:13
4 Aanduiding van het uiterlijk > Jullie oordelen naar het vlees Jh 8:15
Onze houding ten opzichte van het vlees in de slechte zin
a Onthoudt u van vleselijke begeerten die strijd voeren … 1 Pt 2:11
b Wijdt geen zorg aan het vlees om aan begeerten te voldoen Rm 13:14
c We hebben het vlees met de hartstochten … gekruisigd Gl 5:24
d Vertrouw niet op het vlees (of mogelijk in betekenis 1) Fp 3:3
e Niet naar het vlees leven Rm 8:12
f Niet voor zijn eigen vlees zaaien Gl 6:8
g Haat het kleed dat door het vlees bevlekt is Jd : 23