In les 4 hebben we opgemerkt dat de term Schriften heenwijst naar de veelheid van schrijvers en dus ook nadruk legt op de ‘menselijke’ kant van de Bijbel. Deze laatste uitdrukking kan gemakkelijk aanleiding geven tot misverstand. In onze tijd wordt meestal over het ‘menselijke element’ in de Bijbel gesproken om aan te geven dat de Bijbel niet in alles gezaghebbend en betrouwbaar zou zijn. Zo zien sommigen de Bijbel als een gemengde verzameling van Goddelijke en menselijke uitspraken, waarbij we de Goddelijke er als het ware uit te ziften hebben. Anderen beschouwen de boodschap van de Bijbel als het Goddelijke element dat verpakt zit in menselijke bewoordingen. Om de Goddelijke boodschap te verstaan, zouden we aan het ‘uitpakken’ moeten gaan.
In deze en al dergelijke beschouwingen wordt er een tegenstelling gemaakt tussen het menselijke en het Goddelijke element. Men ziet de Bijbel als een menselijk getuigenis met alle gebreken daarvan.
Zo is het echter niet. We kunnen in dit verband een vergelijking trekken tussen:
De Heer Jezus——-het vleesgeworden Woord, en
De Bijbel————–het geschreven Woord.
De Heer Jezus is de Zoon van God, maar tevens is Hij waarachtig Mens. Zo is de Bijbel van Goddelijke afkomst en tevens een echt menselijk boek. Echter zonder het onvolkomene van het menselijke. Deze vergelijking gaan we nader uitwerken.
01) Jezus Christus is in de wereld gekomen zoals ieder mens. Galaten 4: 4 zegt dat God Zijn Zoon uitgezonden heeft, ‘geboren uit……’. De Bijbel is niet uit de hemel komen vallen, zoals de Efeziërs beweerden van het beeld van de godin…… (Handelingen 19: 35), maar is ontstaan net als alle andere boeken, d.w.z. mensen namen schrijfmateriaal en legden wat ze te zeggen hadden schriftelijk vast.
Hier hebben we in beide gevallen het menselijke element.
02) Jezus van Nazareth is op volkomen natuurlijke wijze geboren, maar werd op een boven – natuurlijke wijze bij de maagd Maria verwekt. Hij is namelijk verwekt door…… (Mattheüs 1:18; Lukas 1: 35).
Zo is ook de Bijbel wel geschreven door mensen, maar niet voortgebracht door de wil van de mens. 2 Petrus 1: 21 zegt in dit verband dat de profetie nooit is voortgekomen uit ‘……’ maar dat deze mensen ‘door…… gedreven’ werden.
Hoe zegt David dat in 2 Samuël 23: 2? ‘……’ Heel duidelijk zien we hier in beide teksten het Goddelijke element.
03) Uit welk volk is Jezus Christus geboren? (Romeinen 9: 4, 5)…..In vers 5 wordt de menselijke kant aangegeven met de woorden: ‘wat het……’. Op welke wijze is die menselijke afkomst in Hebreeën 7:14 aangegeven?……
Ook de Bijbel hebben we aan het volk Israël te danken als het gaat om de menselijke kant van zijn ontstaan.
04) Christus kwam dus niet als volwassen mens in deze wereld, maar als kind en ‘groeide op’ of ‘nam toe’. Waarin nam Hij toe volgens Lukas 2: 52 ?….
Ook de Bijbel kwam niet als compleet boek onder de mensen, maar werd in de loop van ongeveer 1500 jaar samengesteld. Ook de Bijbel ‘groeide op’ om zo te zeggen.
05) Toch was Christus reeds in Zijn jeugd volmaakt voor God en als 12 – jarige jongen wijzer dan zijn leermeesters. Men ontzette zich (verbaasde zich) over zijn verstand, zoals Lukas 2 vers…… (slotverzen) laat zien (vgl. Psalm 119: 99).
De eerste vijf boeken van de Bijbel, die je ‘de Bijbel als kind’ zou kunnen noemen, bevatten reeds alle Goddelijke beginselen en vormen een bron van Goddelijk onderricht. Dit is weer de Goddelijke kant bij beide.
06) De Joden hebben in hun ongeloof de Here Jezus niet anders gezien dan als Jezus, de zoon van…… (Mattheüs 13 slot).
Ze hebben Hem zelf ook ‘de timmerman’ genoemd, zoals blijkt uit Marcus 6 vers…… Daarbij stelden ze Hem op één lijn met Zijn broers en zussen. Een oprecht zoeker als Nathanaël kwam echter na één ontmoeting met Jezus tot de erkenning: ‘Rabbi, Gij……’ (Johannes 1).
Zo beschouwt het ongeloof de Bijbel slechts als een verzameling menselijke geschriften, die men op één lijn stelt met alle andere literatuur. Daarentegen neemt ieder, die het Woord op zijn geweten laat inwerken, de Bijbel aan, zoals de Thessalonikers het gepredikte woord van Paulus aannamen, namelijk ‘niet als een woord van……’ (1 Thessalonika 2:13).
07) Slechts als ‘de man van smarten, veracht door het volk’ kon de Heer de heilaanbrenger worden voor elk die gelooft. Zo kan ook de zondaar alleen behouden worden door ‘het woord des……’, dat voor hen die verloren gaan ‘een……’ is (1 Korinthe 1).
08) Hoe weinig de mensen van de afkomst van Jezus Christus en dus van Zijn Goddelijke zending wisten, blijkt uit Johannes 7:41 en 42. Ze wisten namelijk niet, dat Jezus van Nazareth te…… geboren was.
Zo staren velen zich wat de Bijbel betreft blind op het menselijke en zien niet zijn ‘koninklijke’ afkomst.
09) Christus is in alle dingen aan de mensen gelijk geworden, met één uitzondering, namelijk:…… (Hebreeën 4:15). Letterlijk staat daar ‘zonder zonde’, dat wil zeggen dat Hij de inwonende zonde niet kende. In Lukas 1: 35 wordt Hij dan ook genoemd: ‘het……’. Zo komt de Bijbel tot ons in menselijke bewoordingen, echter zonder fouten of ongerechtigheden. Spreuken 30: 5 zegt daarvan: ‘Alle……’ en Psalm 12 vers…… noemt de woorden des Heren ‘……’ en vergelijkt ze met ‘…… zilver’ dat ‘……’ gelouterd is.
Antwoorden
- een vrouw; Artemis
- de Heilige Geest; de wil van een mens; de Heilige Geest; De geest des Heren spreekt door mij, zijn woord is op mijn tong.
- Israël; vlees betreft; dat onze Heer uit Juda is gesproten
- wijsheid en grootte en genade bij God en mensen
- 47
- de timmerman; zijt de Zoon van God, Gij zijt de koning van Israël; mensen, maar, wat het inderdaad is, als een woord van God
- kruises; dwaasheid
- Bethlehem
- zonder te zondigen; Heilige; woord Gods is gelouterd; 7; zuivere woorden; gedegen; zevenvoudig