Betreft: Bidden
Vraag:
Hoe, waar en wanneer moet je bidden?
Antwoord:
Hoe bidden we?
Onze innerlijke houding moet gekenmerkt worden door afhankelijkheid, vertrouwen op God, vrijmoedigheid.
Onze uiterlijke houding kan zijn: staand, geknield, voorover gebogen ter aarde.
Bij het bidden moeten we geen omhaal van woorden gebruiken en ook niet (om zo te zeggen) een preek tegen God houden.Een enkel woord kan voldoende zijn:: ‘Ze hebben geen wijn’; ‘Die u liefhebt is ziek’ We mogen dat wat ons bezighoudt aan Jezus zeggen, zoals de discipelen van Johannes de Doper deden.
We moeten niet vaag bidden. Ineen winkel vraagt een klant toch ook niet: ‘ Geef me een tas vol levensmiddelen’. Zie 1 Kr. 4: 9,10 en let op Gideon; Elia
Wanneer?
Ten allen tijde, nooit te vaak. Denk aan: Ps 55: 18; Dn 6: 11. Het kan onder het werk of tijdens het autorijden of het doen van de afwas.
Waar?
Overal. Maar niet pralerig om door de mensen gezien te worden, voor je privégebed liefst in de: binnenkamer (als je die hebt tenminste of anders op een rustig plekje buiten.
Bidden voor het eten kan wel in het openbaar: denk aan de Heer die openlijk bad bij de wonderbare spijziging of aan Paulus die op het schip openlijk bad.
Je kunt in bepaalde gevallen ook een ‘schietgebed’ opzenden. Dat doet Nehemia als hij voor de koning staat: Nh 2: 4 1: 14; en Josafath doet het als hij met Achab ten strijde trekt tegen de Arameërs en belaagd wordt.