Lezen: Ex. 19:3-6; Est. 3:8; Ps. 83: 4-9
1) Term antisemitisme onduidelijk
Gaat niet om haat tegen alle Semieten, maar tegen een bepaald semitisch volk, namelijk Israël. Arabieren zijn ook Semieten, maar zij behoren tot de de ergste ‘antisemitisten’. De term dook omstreeks 1830 in Duitsland op, maar is dus in wezen onjuist.
2) Menselijke factoren voor Jodenhaat en jodenvervolging
Situaties en gebeurtenissen:
- In Egypte na de tijd van Jozef trad ‘antisemitisme’ op: Farao voelde zich bedreigd (Zie Ex. 1:9, 10), vgl. gastarbeiders nu.
- In Kanaän na de ballingschap: inwoners zagen teruggekeerde Joden als concurrenten. Zie de boeken Ezra en Nehemia.
- In Perzië t.t.v. Haman: Deze voelde zich beledigd door Mordechaï en die was een Jood. Maar waarom dan dat volk vervolgd? Het is een apart, eigenaardig volk.
- In Syrië t.t.v. Antiochus Epiphanes: Hier betrof het het afreageren van de nederlaag; bovendien was de godsdienst, het hellenisme strijdig met Joodse godsdienst.
- In Palestina t.t.v. Herodes: vrees voor troonpretendent. In Chr. landen: godsdienstige onverdraagzaamheid.
- In Frankrijk na 1870-71 werd er een zondebok gezocht voor de nederlaag in de oorlog met Duitsland. De Dreyfusz-zaak hield de gemoederen bezig.
- In Hitler-Duitsland: Joden hadden geldwezen in handen, beheersten dagbladpers. Nazi-ideologie speelde een rol. Die trof trouwens niet alleen Joden, maar ook zigeuners.
- In Midden-Oosten nu: concurrentie, landbezit.
Joodse aard (geldt ook voor andere volksaarden) minpunt Tacitus noemde de Jood een parasiet aan de stam van de mensheid. Typerende uitdrukking: Jodenstreek…., maar deze typering is mede de schuld v.d. volken, van de vervolging.
Pluspunt: de jood is energiek, gewiekst, intelligent (mop van Hitler en Mussolini). Maar dat wekt ook jaloezie.
3) Menselijke factoren verklaren niet alles
Veel ingedrongen volken overheersten de oorspronkelijke bewoners. Toch heerst daar vaak niet die haat. Vermenging vond plaats! Maar dat deed Israël niet, waarom niet?! In Kanaän was ruimte genoeg en er waren verschillende volkstammen, die elkaar wel verdroegen. Waarom wilde Haman dan hele volk verdelgen (Est. 3:6)? enz. Tipje van de sluier opgelicht in Est. 3:8.
4) Voorbeeld van Petrus
Zijn woorden in Matt. 16:22 menselijk goed te verklaren, maar wat zegt de Heer? Niet: Petrus maak dat je wegkomt, maar… Ga weg, achter Mij, satan. Satan zit achter de Jodenhaat…
5) Voor de diepere oorzaak moeten we naar Gen. 3:15
Verklaring van deze tekst en verdere gevolgtrekking. Satans aanval richt zich op het volk van de Messias en op de Messias van het volk. In Egypte en Perzië: volk uitroeien, dan geen Messias. Door Herodes: Messias uitroeien. In Hitler-Duitsland: massale volksmoord om Messiaanse rijk onmogelijk te maken.
6) Schuld van christenen aan Jodenhaat
Optreden van Chrysostomos en Luther. Zeer vijandige uitspraken over de Joden. Eerst vervolgden de Joden de Christenen, later de Christenen de Joden.
7) Onze houding nu t.o.v. Joodse volk
Enerzijds kritiek op uitspraak van Dorenbos die luidde: wie toekomst van Israël loochent, is antisemiet. Anderzijds kritiek op kerkelijk standpunt. Gaat niet om Jodenverering, maar Christusverering en Gods trouw.
Christus wilde uit Joodse volk geboren worden. Wij zullen dat volk liefhebben, maar zijn niet blind voor zijn fouten in moreel en geestelijk opzicht.