c Geloof en strijd

Judas 3

1) Geen godsdienstoorlog voeren/geen overheidsbemoeiïng accepteren zie Art. 36 Ned. Gel. Belijdenis > totaal fout gesteld. De juiste leer is overgeleverd – gesproken door de apostelen van Jezus Chr. We hebben een afgesloten ‘canon’; geen gezag toekennen aan eerdere of latere tradities.

2) Waar het Judas om gaat
Mensen die zijn binnengeslopen (nu: zich ontpoppen als dwaalleraars)- geen ware christenen. Veranderen de genade in losbandigheid: denk aan Rom. 6 (nu: ontkrachting van moraal). Verloochenen de enige Heer en Meester (nu: doen te kort aan zijn Godheid, mensheid, werk, zijn gezag).

3) Moderne dwalingen van Kuitert c.s.
Verpakkingstheologie: boodschap verpakt in oude, oosterse, tijdgebonden. voorstellingen. Om de bijbel te begrijpen heb je een vertolker nodig. Adam en Eva geen historische personen – contra Matt. 19:5: Gen. 1:26, 2:24) Mensheid niet uit een persoon: contra Hand. 17:26. Zondeval geen gebeurtenis, maar gebeuren – niet een daad: contra Rom. 5:18. Geen slang die Eva verleidde – contra 1 Tim. 2:13; 2 Kor. 11:1, 2.

Christus zei niet:
‘Van het begin af is het niet zo geleerd’, maar ‘Van het begin af is het niet zo geweest’. Konsekwentie van moderne opvattingen is:
a. Christus wist niet wat Hij zei, of
b. Christus zei niet wat Hij wist, of
c. Evangelisten spellen ons wat op de mouw

Oude gereformeerde opvatting

Godsopenbaring of Gods hand in de geschiedenis. Wie bepaalt dat dan Kuitert: God openbaart zich ook in de wetenschap.

Afglijden bij moderne theologen o.a. bij Kuitert

In begin gezegd: Opstanding is onaantastbaar feit; later noemt hij diverse opstandingsmeningen, tenslotte opstanding geloochend. Andere uitspraak: Goddelijke inspiratie is zandkasteel (krant 12-2-92 ABC-geloof). Bijbel bevat: wat Israël over God dacht en wat de evangelisten en apostelen – als toevoeging daaraan – over Jezus dachten.

Leer van Wiersinga

a. Christus heeft niet de toorn en het oordeel van God gedragen; wel middelaar, maar niet onze plaatsvervanger. Christus niet in de plaats van mensen, maar op de plaats van mensen. Verzoening zonder genoegdoening.
b. Schrift kent geen straffende of strafeisende gerechtigheid van God. Dus geen genoegdoening voor de zonden.
c. Offer(bloed) van Christus is niet voor God bestemd, maar is een gave van God aan de mens om deze door een schokeffekt dat uitgaat van ons misdadig ons vergrijpen aan Jezus en dat tot berouw voert. In dit berouw voltrekt zich de verzoening als verandering van ons hart.
d. Latere leer: geen erfzonde: uitleg Rom. 5:12 wel juist maar voorbij aan: Gen. 6:5; 8:21; Job 14:4; Ps. 51:7; Joh. 3:6. Nieuw zondebegrip: zonde geeft uitdrukking aan onze onvrede met de huidige gang van zaken en prikkelt tot verandering.
e. Geen opstanding – voortleven in volgelingen.
f. Geen almachtig God.
g. Nu gesteld dat de leer van drieënig God in het museum kan.

Gereformeerde leer was (is?) helaas niet vlekkeloos: Zie de volgende opvattingen:

  1. God is vijand van de mens > God, moet verzoend.(Inst. 2-16-2). contra: mens moet verzoend: Rom 5:10; 2 Kor. 5:18-20; Ef. 2:16; Kol. 1:21 God hoeft niet ‘gekalmeerd’ te worden.
  2. Chr. droeg heel zijn leven als onze plaatsvervanger Gods toorn (Heidelberger vr. 37) contra: 1 Petr. 2:24; Matt. 24:46 – Luk. 3:21, 22.
  3. Chr. droeg toorn van God tegen de zonde van het hele mensengeslacht (idem). Contra: Geen algemene verzoening?
  4. Chr. deed vrijwillig afstand van Goddl. natuur; onderworpen aan wet van werkverbond voor zich en de zijnen (Bavinck. Ger. Dogm. dl 111, blz. 365, 1929). Contra: Betekent dat Christus niet God was op aarde.

Dwaalleringen over verzoening:

Particularisme: verzoening en ook het aanbod beperkt tot de uitverkorenen. Universalisme: Christus heeft zonden van alle mensen verzoend. 1 Joh. 2:2 gaat wel in die richting maar verzoening wordt alleen effectief voor hen die geloven. Tweede gedachte: God heeft het oordeel aan de Zoon gegeven. De Zoon kan de zonden die Hij gedragen heeft ‘doorberekenen’ aan hen die niet in Hem geloven. Actieve verzoening tegenover Passieve: De eerste is Verzoening door Zijn Godgewijd leven; de tweede door gehoorzame, rechtgevende offerdood

  • Calvinisten stellen beide – fout;
  • R.K. benadrukken eerste – erger fout;
  • Modernisten verwerpen laatste – ergste fout;
    Morele verzoening: Chr. is in lijden en sterven alleen een voorbeeld geweest. Mystieke verzoening: Chr. is in onze doodsdiepten afgedaald om ons met zich te vereenzelvigen en ons tot Zijn hoogte op te voeren. Fysische verzoening: Chr. heeft ons alleen uit de klauwen van Satan gerukt. Alverzoening: Alle mensen zalig; ondanks zichzelf of via 2e kans.

Weerlegging Wiersinga

  1. God niet alleen liefhebbend, maar ook heilig en toornend God. Joh. 3:36; Rom. 1:18; 9:22; Kol. 3:6 (vgl. toorn/liefde Rom. 5:8, 9; Ef. 2:3, 4) – Hebr. 10:31; 12:29!!!
  2. Plaatsvervanging: zonden (daden): Jes. 53:5 – zie Hand. 8; 1 Petr. 2:22, 24; Hebr. 9:28 zonde (natuur): 2 Kor. 5:21; Rom. 8:3 Rom. 5:10 – niet ‘worden’.
  3. Daad van mens, maar ook van God: Ps 22:16; Jes. 53:10; Rom. 3:25.
  4. Zonde dragen is ook de straf ervoor dragen: Lev. 5:1, 17; 17:6; 20:19; 24:15; Num. 5:31; 9:13; 14:34; 30:15. Wiersinga onderscheidt niet: lijden om gerechtigheid wil (Matt. 5:10; 1 Petr. 3:14 lijden om de zonde wil (1 Petr. 3:18).
  5. God gaf Zoon voor ons (Rom. 8:32); Chr. gaf zich voor ons (Titus 2:14), maar offerde zich aan God op (Hebr. 9:14) Zie Ef. 5:2. Denk aan brandoffer: N.B. Lieflijke reuk betekent rustgevende reuk.

Niet schokeffekt: wanneer wij het bloed zien, maar wanneer God het bloed ziet > Hebr. 9:14.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies