1-Corinthiers 15:20
Schriftgedeelte: 1 Ko 15: 20-28
Periode nu
Nu is het de tijd van de gemeente, het Lichaam van Christus door de doop met de H.G. Huis van God-tempel van de H. Geest.
Deze tijd is begonnen met de Pinksterdag van Hd 2
Deze tijd eindigt met de opneming van de gelovigen in het Vaderhuis Jh 14:1-3; 1 Th 4:15-18
Grote Verdrukking
Dan komt de periode van de grote verdrukking. Er zijn dan twee soorten gelovigen op aarde te weten:
a. 144.000 uit alle stammen van Israël
b. grote schare uit alle volken Op 7 > Op 11 en 12
De verschijning van Jezus Christus
Aan deze periode van gerichten komt een eind bij de verschijning van Jezus Christus met zijn heiligen : Ko 3:4;1 Th. 3:13; Op 17:14; 19:11-20.
Dan worden de wereldmachten o.l.v. 1e beest en 2e beest (de valse profeet) onderworpen
Oprichting van het Koninkrijk
Twee benaderingen:
a. als feit in 1 Ko 15: 20-28
b. in tijdsvolgorde Op 20 enz.
ad a. Voorwaarde
1 Opst. van Chr. en van hen die van Chr. zijn.
2 De komst van Christus 1 Ko 15:23
Het Koninkrijk overgegeven
- Twee gedachtengangen: ziet op het vestigen van zijn macht, dus aan het begin 1000j. rijk en dan gaat in dat God alles en in allen is. Dan zou dus alle macht plus dood onttroond zijn Men voert hiervoor aan als begin van het rijk > Ko 2:15 Juistere gedachte:
- ziet het op het eind van het 1000j rijk. Er staat Hij moet regeren t o t d a t Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. Als laatste vijand wordt de dood teniet gedaan. Dood pas onderworpen na oordeel voor de grote, witte troon.
Tijdsorde
- Zijn verschijning Op 19:11-20
- Zijn regering 1000 jaar Op 20:1-6 en Op 3:21
- Alle macht overwonnen na laatste opstand en dood te niet gedaan Op 20:7-10; 20:11-15
- Daarna de eeuwige toestand > Op 21:1-9
Het overgeven van het koninkrijk aan de Vader
houdt in dat de Christologie van het 1000 j rijk overgaat in de
Theocratie van de eeuwige toestand. Waarbij de drie-enige God is alles en in allen