Het wonen als feit
Niet God woont bij/onder de mensen zoals in Ex. 25:8; Lev. 26:11, 12; Openb. 21:3 is gezegd. Ook niet in mensen zoals in Jezus Christus >> Kol. 1:19; 2:9…. 1 Tim. 3:16. Maar…. door de Heilige Geest – is God (Hand. 5:3, 4; 2 Kor. 3:18).
Beloofd – Joh. 14:16, 17, 18;
Gebeurd – Hand. 2:4;
Geleerd – persoonlijk – Rom. 8:9, 10, 11; 2 Tim. 1:14; Jak. 4:5;
‘Christus in U’;
Lichaam – tempel – 1 Kor. 6:19 – geen hoererij!!;
Gemeente – Tempel Gods 1 Kor. 3:16; Ef. 2:18-22.
Bijzondere van deze bedeling. O.T. Geest werkte wel, maar woonde niet op aarde; nu wel.
Voorwaarde voor het wonen van God in ons Werking via het woord aan ons hart – heiliging – 2 Thes. 2:13; 1 Petr.1:2. Bekering – Hand. 2:38, 39 wedergeboorte – Joh. 3:5 (1:12, 13).
Bijzonderheden
Doop met H.G. vorming van het lichaam – eenmalig voegen bij het lichaam – herhaald. Matt. 3:11; Luk. 3:16; Hand. 1:5; hfst. 2; 1 Kor. 12:13.
Zalving inzicht – 2 Kor. 1:21; 1 Joh. 2:20, 27 – inzicht – 1 Kor. 2:11b.
Verzegeling betekenis – eigendom – onaantastbaar maken. 2 Kor. 1:21; Ef. 1:13; 4:30.
Wanneer – toen gij geloofd hebt als ‘werk’ voltooid is. (Letterlijk: Esth. 8:8; Dan. 6:18; Jer. 32; Matt. 27:66; Openb. 5:1-7; 7:1-8).
Onderpand zekerheidstelling – 2 Kor. 1:21; Ef. 1:14; 2 Kor. 5:5.
Vol van H.G. kenmerk, instelling (Luk. 4:1); Hand. 6:3, 5; 7:55; 11:24.
Vervuld met Geest openstelling voor werking, bekwaamheid Ex. 28:3; 31:3; Deut. 34:9; Luk. 1:15, 41, 67; Hand. 2:4; 4:8, 31; 9:17; 13:9, 52; Ef. 5:18.
Vrijmaking, zoonschap – Rom. 8:1, 2 contr. Rom. 7.
Werking in apostelen: Joh. 14:26 Evangelieën.
Joh. 15:26 Handelingen;
Joh. 16:13a Brieven;
Joh. 16:13b Brieven, Openbaring (vgl. 2 Petr. 1:20) Vrije toepassing op ons.
Werking in gelovigen strijd tegen het vlees: Gal. 5:17; Rom. 8:13;
Doel: Gal. 5:16, 18, 25; Rom. 8:4;
Wandel Gal. 5:22 vruchten;
Doorgaande vernieuwing: Titus 3:5; Rom. 12:2; 2 Kor. 3:18;
‘Wees wat je bent’;
Verstaan van gedachten van God – verlichting: 1 Kor. 2; Hand. 15:28;
In gebedsleven – Judas vs. 20;
In verantwoording aan vervolgers – Luk. 12:12;
voorbeeld: apostelen: Hand. 4:19; 5:29-32; Hand. 7 Stefanus;
Schenkt blijdschap – Rom. 14:17.
Werking in dienst/gemeente:
Spreken in talen op Pinksterdag – Hand. 2:4;
Profetie – Hand. 11:28;
Geven van een boodschap – Hand. 21:4;
Doopt tot een lichaam – 1 Kor. 12:13; vgl. Matt. 3:11;
Geeft gaven – 1 Kor. 12:11;
Leidt bij uitoefenen van de gaven – in en buiten de gemeente 1 Kor. 12:4, 7, 8, 9, 10, 11, 13; 14:2.
N.B. Geest niet uitblussen 1 Thes. 5:19
Leiding Jezus Christus – Luk. 4;
Filippus – Hand. 8:29 (39) i.v.m. vs. 26;
Petrus – Hand. 10:19; 11:12 i.v.m. vs. 3;
Paulus – Hand. 13:2; 16:6, 7; (1 Thes. 2:18).
Gemeenschap Joh. 14:23 Openb. 3:19.