c Habakuk: overzicht van zijn profetie

Betekenis van de naam
De schrijfwijze van de naam (1:1) staat niet vast en de betekenis ervan wordt door de diverse uitleggers heel verschillend weergegeven. Verband leggen tussen de naam van de profeet en de inhoud van zijn profetie is dus aanvechtbaar.

De situatie onder het volk
De situatie onder het volk is ronduit treurig. Onder het volk heerst onderdrukking en geweld, de wet wordt niet gehandhaafd, de rechtvaardige wordt door de goddeloze mishandeld (1:3, 4).

Tijd waarin de profeet optreedt
Habakuk profeteert voordat de Chaldeeën of Babyloniërs het Assyrische rijk ten onder brachten (Nineve viel in 612. v. Chr.) en Nebucadnezar (605-562 v. Chr.) Jeruzalem benauwde en de stad tenslotte innam. De vraag is nu of Habakuk profeteerde voor de hervorming die koning Josia (639-609 v. Chr.) invoerde vanaf het achtste jaar van zijn regering, bijv. in de tijd van Manasse en Amon of dat hij profeteerde na de dood van Josia ten tijde van Jojakim of Zedekia. Dit laatste is het meest aannemelijk. Hij was dan een tijdgenoot van Jeremia.

Het probleem van Habakuk
Hij roept om hulp, maar God hoort niet en God verlost niet. God laat het onrecht bestaan met alle gevolgen van dien (1:2-4). Habakuk snapt er niets van en roept God als het ware ter verantwoording.

Het antwoord van God
God antwoordt wel en kondigt het optreden van de Chaldeeën aan (1:5-11), dat als een oordeel de goddelozen in Jeruzalem zal treffen (dit wordt hier niet met zoveel woorden gezegd, maar denk aan de profetie van Jeremia). De Chaldeeër maakt zich door zijn optreden schuldig (verg. het optreden van de Assyriërs Jes. 10:5-11). Het probleem van Habakuk wordt niet opgelost. Integendeel, het wordt alleen maar groter want er komt nog meer geweld door de Babyloniërs (1:12-17).

Volgende klacht van Habakuk
In een volgende klacht brengt de profeet dit tot uiting. God is te rein van ogen om het kwaad te zien en laat Hij dan maar toe dat deze geweldenaar voortdurend volken doodt zonder mededogen?

Vragen:
a. Kennen wij zaken in ons persoonlijk leven of in de wereld om ons heen waarvan we niet begrijpen waarom God er niets aan doet?
b. Wat vindt u van de uitspraak: ‘Je moet niet vragen naar het waarom, maar naar het waartoe?’
c. Welke uitspraak in hoofdstuk 1 spreekt u bijzonder aan?

Hoofdstuk 2

Habakuk op zijn wachttoren (vs. 1-4)
De profeet stelt zich op zijn wachttoren om te zien wat de Heer tot Hem zal zeggen in verband met zijn klacht (verg. Jes. 21:6). Hij weet dat de Heer dat doen zal. De boodschap komt en Habakuk moet wat hij ziet op tafels schrijven zodat iedereen het kan lezen (verg. Jes. 8:1; 30:8; Jer. 30:2). Het kan nog even duren maar het einde is in zicht (verg. Hebr. 10:37) en hoe machtig ook de verwoester mag zijn: ‘De rechtvaardige zal door zijn geloof leven’.

Het oordeel over de Chaldeeën (vs. 5-20)
Het oordeel over de Chaldeeën komt en de volken zullen een vijfvoudig wee over de Babyloniër uitspreken. Vs. 6-8 de rest van de volken zal Babel dat zich verrijkt heeft plunderen; vs. 9-11 steen en balk (uit het paleis van de Babyloniër) zullen roepen vanwege het onheil dat ze hebben zien gebeuren; vs. 12-14 volken maken zich druk voor niets (verg. Jer. 51:58), maar de Heer zal de aarde vol van de kennis van zijn heerlijkheid maken (verg. 3:3; Jes. 11:9; Num. 14:21). Vs. 15-18 de beker van de rechterhand des Heren zal tot Babel komen dat andere volken gif te drinken heeft gegeven om hun naaktheid te aanschouwen (denk aan Noach Gen. 9: 21) en dat voor het geweld het land, de stad en de inwoners aangedaan. De afgoden zullen Babel niet redden. Vs. 19-20 de afgoden redden niet want er is geen geest in hen. De Heer is echter in zijn heilige tempel (vgl. Micha :2) en de ganse aarde moet voor Hem zwijgen (vgl. Sef. 1:7). Alle ongoddelijke taal zal verstommen.

Vragen
d. Slaat ‘het einde’ van vers 3 enkel op de ondergang van het toenmalige Babylonische rijk? Wat denkt u daarvan?
e. Welk vers uit hoofdstuk 2 is ook voor ons nog toekomstmuziek?
f. Welk vers bevat voor ons een waarschuwing tegen overmatig alcohol gebruik?

Hoofdstuk 3

Het gebed van Habakuk.
De profeet begint met eerbied voor Gods werk uit te drukken en verlangt naar de openbaring ervan, maar doet de klemmende oproep; ‘Gedenk in de toorn aan ontfermen’ (vs. 1, 2 over zijn volk).

Profetie van Gods optreden waarbij Teman, het gebergte Paran, de tenten van Kuschan en het land Midian genoemd worden (3-7).

Vragen over Gods optreden in verband met natuurkrachten, die God inschakelt of die door Hem getroffen worden (vs.8-11).

Oordeel over de volken, maar redding voor het volk van God en voor de gezalfde, de koning. Ondanks vrees wacht Habakuk rustig de dag van de benauwdheid af die over de volken zal aanbreken (vs. 12-16).

Wat er ook gebeurt de profeet zal juichen in de Heer en jubelen in de God van zijn heil (verg. Micha 7:7), want de Here Here is zijn kracht en die zal hem doen treden op zijn hoogten (verg. Ps. 18:33, 34; 27:1). Een geweldig slot!

Vragen
g. Welke verzen uit Klaagl. 3 kunt u met 3:2 in verband brengen?
h. Waar ligt het aan als wij het handelen van God niet rustig kunnen afwachten (vgl. 3:16).
i. Wanneer kunnen u en ik de lofzegging van Habakuk (vs. 17-19) echt naspreken?

Toevoegingen

De naam
De moeilijkheid bij de naam Habakuk is dat de betekenis niet erg vaststaat evenmin als de schrijfwijze. Sommigen leggen verband met het Assyrisch en geven als betekenis ‘tuingewas’ of ‘slingerplant’, anderen beroepen zich met meer gezag op het Hebreeuws en pleiten voor de betekenis ‘de omhelsde’ of ‘de omhelzer’. Anderen geven als betekenis ‘handenvouwer’ of ‘handenwringer’ en beroepen zich daarbij op de inhoud van hoofdstuk 1.

De tijd van optreden
De tijd na Josia is het meest waarschijnlijk omdat de aankondiging van het optreden van de Chaldeeën in 1:6 van het Babylonische rijk niet in termen van een verre toekomst wordt weergegeven, integendeel: ‘want, zie…’. Zie ook 2:3 ‘het spoedt zich’.

De situatie in de tijd van Habakuk
Volgens Ridderbos in de Korte Verklaring ziet vers 2-4 op het onrecht dat de Chaldeeën zullen bedrijven. De klacht van Habakuk zou dus een reactie zijn op wat de Heer aangaande de Chaldeeën meedeelde. Het is echter moeilijk in te zien waarom de Heer dan Habakuk niet eerst dit oordeel had laten opschrijven met als logische reactie de klacht van de profeet. We houden het dan ook op de volgorde zoals God die door de profeet laat weergeven.

De Babyloniërs
Over de komst van de Babyloniërs heeft in het bijzonder Jeremia gesproken. De snelheid waarmee dit volk veroveringen boeken zou en de wreedheid waarmee het zou optreden staat aangegeven in Jer. 4:13; 5:16; 48:40; 49:22.

De boodschap op de wachttoren
Zie de aanhalingen van deze uitspraak in Rom. 1:17 (leg nadruk op geloof); Gal. 3:11 (nadruk op rechtvaardige) en Hebr. 10:37 (nadruk op leven). Zie ook Gen. 15:6 en eveneens Jes. 7:9 en 28:16 waar het effect van geloof beschreven wordt.

Het spotlied
Zie voor het aanheffen van een spotlied over Babel Jes. 14:4.

Het ‘wee’ uiten door de volken
God legt de volken het ‘wee’ als het ware in de mond en maakt zo zijn gericht over Babel bekend.

Het geweld de Libanon aangedaan
Hieronder moet verstaan worden dat de Babyloniër het hout van de Libanon kapte om zijn paleis en andere bouwwerken te bouwen en vestingwerken op te richten. Zie hiervoor Jes. 14:8 waar dit van Babel gezegd wordt en vergelijk Jes. 37:24 waar iets dergelijks van Assyrië wordt betuigd.

De namen genoemd in 3:3-7
Met Teman is het gebied van Ezau bedoeld, zie Obadja :9; Amos 1:12. Het gebergte Paran ligt tussen het gebied van Ezau en de Sinaï, zie Deut. 33:2. Kuschan is niet hetzelfde als Kush in Afrika, maar ziet op een volk dat net als Midian op het Sinaï-schiereiland woonde.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies