1) Tegenwoordig zijn er diversen die geen huwelijks aspiraties hebben. Reden kan zijn: vrouwen goede baan, huis e.d. (eigen vrijwillige keus); ‘onderdakfunktie’ weg. Man alleen lijkt zielig, vrouw alleen is dat in mindere mate.
2) Huwelijk is soms voor iemand niet ‘weggelegd’. Denk aan lichamelijke of geestelijke handicap. Dan geen eigen keus. Iemand wordt helaas niet gevraagd. De boot legt niet aan. Weduwen of weduwnaar geworden en de boot legt helaas niet voor de tweede keer aan. Gevaar: toch sex maar buiten huwelijksband. Wordt tegenwoordig gewoon gevonden! Toch moederschap maar buiten huwelijksband, wordt ook gewoon gevonden. Verzuring, opstand (vgl. Gen. 30:1). Oplossing: toch zinvol bestaan creëren zij het met weemoed.
3) Andere samenlevingsvormen – samenwonen, lat- relatie, e.d. Dat betekent: geen vaste bemanning. Je kunt bij de eerste de beste aanleg afzwaaien. Je gaat vrij passagieren. De Schrift veroordeelt dit!!
4) Huwelijk volgens de Schrift: Samen in de boot en voor altijd. Niet: samen de boot in
a. Instelling van God. Geen uitvinding van de mens. Gods instellingen zijn goed/heilzaam. Doel: eenzaamheid op te heffen, hulp/geluk (Deut. 24:5; (Ezech. 24:16) Aanvulling. van elkaar. Voortplanting (Gen. 1:28; Ps. 127:3; 128:3 – Gen. 25:21; 33:5; 1 Sam. 1. Niet voor hemel, maar voor aarde. Voor de zondeval ingesteld; daarna gehandhaafd; helaas is de beleving soms aangetast.
Vier punten:
1) Een man, geen kind; verantwoordelijkheid.
2) Vader en moeder verlaten – loslaten van bepaalde relatie, – wel altijd eren/verzorgen (Matt. 15:5; 1 Tim. 5:4-8).
3) Vrouw aanhangen/aankleven – boven alle andere relaties. Zijn vrouw – niet ‘een’ vrouw; niet ‘vrouwen’; niet ‘man’.
4) Die twee tot een vlees – ziet op samen één zijn; tevens lichamelijk één zijn. Hoe ‘geregistreerd’: duidelijk voor familie, maatschappij. Zaak van 2e orde; burgerlijke stand. sinds 1811. Denk aan Sara, Rebekka Ruth, verbinding moet duidelijk zijn. Huwelijk heeft ook een sociale kant.
Het bijbelse huwelijksprogramma: Ef. 5:23-31 liefde, trouw.
b. Wat gaat eraan vooraf? Verkering, verloving, ondertrouw Verkering: Beter leren kennen; praktische voorbereidingen voor het huwelijk treffen. Verloving: ruime bekendheid te geven. Ondertrouw: publiekelijk bekend, bezwaren in te dienen.
Verkering of verloving worden in Gen. 2:24 niet genoemd. Wel iets dergelijks in Gen. 19:14. ‘Ondertrouwd zijn’ onderscheiden van ‘gehuwd zijn’: Zie Deut. 22:23, 25 i.v.m. vs. 22. De trouwbeloften waren gegeven, het meisje werd al als de vrouw van de betreffende man beschouwd: Zie Matt. 1:18, 20. Uit de genoemde teksten blijkt dat er nog geen geslachtsverkeer plaatsvond (behoorde te vinden), zie ook Luk. 1:34.
5) Misstanden:
polygamie (veelwijverij) vernedering van de vrouw. Geen inbreng. Vrouw werd ‘genomen’, huwelijk geregeld met vader van het meisje. Ook bij monogaam (enkelvoudig) huwelijk werd (wordt) het meisje uitgehuwelijkt. Van verkering/verloving in beide gevallen geen sprake als een reële voorbereidingstijd van twee kanten. Kinderhuwelijk: partner(s) hebben geen inbreng. De partner (meestal het meisje) wordt in de boot gegooid.