Gen. 1:27; 2:24; 1 Kor. 7:1-5; 1 Petr. 3:7
Inleidend:
Huwelijk > meerdere aspecten: lichamelijke aspect;
Gevoels aspect;
Geestelijk aspect;
Religieus aspect – anders ‘geen goed huwelijk’;
Sociaal aspect;
Juridisch aspect;
Moreel aspect.
- God heeft de mens geschapen: manlijk en vrouwelijk. (niet de gewone woorden voor man en vrouw). Horen bij elkaar: ‘Schiep Hij hen.’ ‘Schiep Hij hen’ Gen. 2:27.
- Dit manlijk en vrouwlijk komt in de eerste plaats lichamelijk uit, maar is ook een zaak van het innerlijk… Niet totaal verschillend > dan wezensvreemd > overlappend. 1 Thes. 2:7 en 11 (vgl. Jes. 49:15, Deut. 1:31). Man: harder, zakelijker, meer berekenend > meer op zichzelf gericht; Vrouw: gevoeliger, emotioneler, gevend. Kwetsbaarder lichamelijk en geestelijk > 1 Petr. 3:7.
- Sexualiteit is een scheppingsgegeven en staat los van de zondeval. Denk aan wanbegrip alsof zondeval met sexualiteit te maken zou hebben. Bij gedwongen huwelijk werd dit vroeger in kerken vaak naar voren gebracht en las men Gen.
- Sexualiteit is iets moois, niet iets vies. Wel is het het meest door de zonde aangetast. Pas op voor kracht van de sexualiteit, je moet die beheersen.
- Sexualiteit door God geplaatst op het terrein van het huwelijk Gen. 2:24). Bij dieren niet, hoewel er paartjes voor het leven zijn. De mens is echter geen dier. Sexualiteit buiten het terrein van het huwelijk is zondig.
- Doel van de sexualiteit: vermenigvuldiging Gen. 1:28. Eenheid – liefdedaad Gn 2:24. Verschil met dieren: slechts voortplanting – beperkt tot bronsttijd. Mens altijd sexueel verlangen – zelfs tot op hoge leeftijd. – niet altijd vermenigvuldiging, wel altijd eenheid. Daarom zelfbeheersing nodig.
- Beleving van de sexualiteit. Je mag het fijn vinden. Scheppingsgegeven! Verschil man-vrouw. Man direct klaar ervoor; vrouw moet ‘voorgloeien’. Eerste huwelijksnacht: zij is bruid, hij moet geen bruut zijn. Meisje geeft wat op dat ze altijd heeft moeten bewaren: haar maagdelijkheid. Daarom tact en geduld nodig. Omgekeerd faalangst bij de man. Is huwelijk: geven en nemen? Nee, liever: geven en ontvangen.
- Voortplanting. Een doel, niet het doel. Vervult de aarde: ja, maar niet alleen. Niet elk jaar een kind. Kinderen zijn een gave van God Ps. 127:3. Vroeger schonk God ze of God sloot de baarmoeder toe. Nu veel meer mogelijkheden voor de mens. Zowel naar de ene als naar de andere zijde. Dit brengt meer verantwoordelijkheid met zich mee.
- Gezinsplanning. Wat is het motief. Egoïsme, gemakzucht? Wereldgelijkvormig denken! Anderzijds je verstand gebruiken. Vrouw moet het lichamelijk en geestelijk aan kunnen. Middelen die zwangerschap voorkomen onderscheiden van middelen die zwangerschap afbreken. Dat laatste is namelijk abortus.