c Jacob, opvoeding door God

Voorbeeld van tucht van God – Gal. 6:7 ‘Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten’.

Gezin verdeeld: Izaäk houdt meer van Ezau; Rebekka meer van Jakob. Zoiets wreekt zich.

  • Ontfutselt Ezau zijn eerstgeboorterecht (Gen. 25:29). Maakt misbruik van Ezau’s situatie of conditie;
  • Ontsteelt Ezau de vaderlijke zegen (Gen. 27:1-40). Dit is puur bedrog.
  1. Izaäk geeft geen acht op Gods woord: meerdere zal mindere dienen. Hij leeft trouwens nog meer dan twintig jaar.
  2. Rebekka meent God een handje te moeten helpen en bedenkt het boze plan. Heeft Jakob niet meer teruggezien. Jacob bij Laban.
  3. Jacob moet vluchten en als vreemdeling leven in Haran (Gen. 27:41). God verlaat hem niet > Bethel (Gen. 28). Jacob stelt voorwaarden: als…..
  4. Wordt bedrogen door Laban >> krijgt oudste voor jongste (Gen. 29:15). Jacob krijgt koekje van eigen deeg, hij deed zich als de oudste voor.
  5. Wat een huwelijksleven – bigamie (Gen. 29:31 -30:24).
  6. Loon tienmaal veranderd (Gen. 31:41) Laban maakt misbruik van Jacobs situatie.

Jakobs terugkeer

  1. Moet vluchtend zien weg te komen. (God blijft met hem) > (Gen. 31:29, 41).
  2. Angst om Ezau te ontmoeten… na 20 jaar (Gen. 32). Neemt puur menselijke veiligheidsmaatregelen.
  3. Worsteling bij Pniël – het ‘eigen ik’ eraan (Gn 32:22-32). Ezau vriendelijk, Jakob slaat toch zijn geleide af (Gen. 33:1-17) Jakob in het land.
  4. Gaat niet naar Bethel, maar naar Sichem.
    Situatie met Dina > wraak van Simeon en Levi > list > karakter van pa (Gen. 34:18-31). God bewaart hem voor wraak van bewoners.
  5. Terug in Bethel na reiniging. God verschijnt hem; Jacob eert God (Gen. 35:1-15).
  6. Rachel sterft bij bevalling van Benjamin (denk aan Gen. 30:1 gezindheid! (Gen. 35:16-20). Schanddaad van Ruben (vgl. 49:3, 4) (Gen. 35:21, 22).
  7. Liefde van Jacob verdeeld > Jozef voorgetrokken > zelfde fout als zijn vader (Gen. 37:1-30) wekt jaloezie van de broers op.
  8. Jacob door zijn zonen bedrogen > Jozef – bokje – bedrog (Gen. 37:31-36) appel valt niet ver van de boom.
  9. ‘Verlies van Jozef’ na lange tijd broers naar Egypte gezonden (Gen. 42-45) beproeving> Benjamin mee!
  10. Jacob naar Egypte na bemoediging van God. Juiste houding > (Gen. 46:1-7). God geeft meerderheidshouding t.o.v. Farao (Gen. 46:7-12). Juiste zegen > Efraïm en Manasse > treedt op als profeet. (Gen. 48:1-12) > zonen (Gen. 49:1-28).

Eind goed, maar na betalen van een hoge prijs (Gen. 49:29-50:14).

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies