Wilden wij verlost worden dan moest er door Jezus Christus een heel belangrijk werk gedaan worden en wel het verzoeningswerk voor onze zonden.
Begrip: Het hebreeuwse woord voor verzoenen betekent ‘bedekken’. In het NT wordt een woord gebruikt dat inhoudt ‘iemand winnen’, een verandering bewerken waardoor hij van een vijand een vriend wordt. Zie > Rom. 5:10; Kol. 1:20. Er wordt in het Grieks nog een ander woord gebruikt met dezelfde betekenis > Hebr. 2:17.
Gevolg van de zondeval
Door de zondeval is de verhouding met God verstoord. Zonden maken scheiding tussen de mens en God, vergelijk Jes. 59:2.
Verzoening noodzaak
Om de verhouding met God te herstellen is verzoening nodig en moet er iemand optreden die verzoening voor ons doet. Onder Israël werd verzoening bewerkt door bloedstorting van een offerdier: zowel persoonlijk als op de Grote Verzoendag eenmaal per jaar voor het volk Lev. 1:4; 16: 1-34. Het bloed werd dan in het Heilige der Heilige door de Hogepriester gesprenkeld op het verzoendeksel dat op de ark lag. Dit alles zag vooruit op de verzoening die Jezus Christus zou bewerken. Heel merkwaardig is dat het woord voor genadetroon (NBG: zoenmiddel) dat met het oog op Jezus Christus gebruikt wordt letterlijk ‘verzoendeksel’ is. Rom. 3:25.
Zonde en zonden
Het woord ‘zonde’ is in het gewone spraakgebruik afgezwakt en wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iets jammer is. De bijbelse betekenis is echter ‘het doel missen’. De Bijbel zegt dat alle mensen gezondigd hebben en dus het doel missen: ze komen te kort en missen daardoor de heerlijkheid van God Rom. 3:23.
Een dubbele voorziening nodig
Wilden mensen met God verzoend worden, dan moest er een oplossing komen.
a. Voor het feit dat ze zonden (daden) gedaan hebben, en
b Voor het feit dat ze een zondige natuur (aard) gekregen hebben. Dat laatste zit besloten in het woord van Job’ komt ooit een reine uit een ‘onreine’ Job. 14:4; 15:14; 25:4. Als ook in de uitspraak van David’ in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen’ Ps. 51:7.
In een dubbele noodzaak voorzien
In de bovengenoemde noodzaak is voorzien door het werk van Jezus Christus op het kruis, want:
a. Hij die geen zonde gedaan heeft… heeft Zelf onze zonden in zijn lichaam gedragen op het hout 1 Petr. 2:21-25.
b. Hem die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt 2 Kor. 5:21. Zie de drie tegenstellingen in deze beide teksten:
- geen zonde gedaan – geen zonde gekend
- onze zonden gedragen – tot zonde gemaakt
- voor de gerechtigheid leven – gerechtigheid geworden in Hem.
Overdenk de gevolgen hiervan. ze zijn geweldig!!
Verzoening tot stand gebracht
Diverse teksten spreken over het feit van verzoening. Zie Ef. 2:16; Kol. 1:20, 21. De verzoening betreft niet alleen mensen, maar ook de dingen die op aarde en in de hemel zijn. Want ook die zijn door de zonde aangetast en moeten hersteld worden.
Slechts bestemd voor een kleine groep?
Zoenoffer voor onze zonden en niet voor onze alleen … maar ook voor de hele wereld 1 Joh. 2:2. Het offer is voldoende om iedereen met God te verzoenen, maar … de oproep luidt: ‘Laat u met God verzoenen’ 2 Kor. 5:20.
Dat mogen we prediken in de wereld aan ieder die het horen wil!