KOMEN BIJ DE HEER
BRENGEN BIJ DE HEER
UITGAAN VOOR DE HEER
Wat we kunnen leren van Andreas en Filippus
Komen bij de Heer: Jh1: 35-40,44,45
Andreas wordt op Christus gewezen, Filippus wordt door de Heer gevonden. Zijn persoon trok hun hart aan.
Vraag: Hoe kwam Andreas ertoe Christus te volgen? Welke uitdrukking in vers 40 is typerend voor de schrijver van het vierde evangelie, maar w.s. ook voor Filippus?
Brengen bij de Heer: (a) Joh. 1:42, 46, 47; (b) 6:1-14; (c) 12:20-22; Mark. 13:3; Joh. 14:8, 9.
We mogen (a) anderen bij de Heer brengen, (b) middelen bij Hem brengen en (c) met vragen naar Hem toegaan. Laat de toekomst ons net zo interesseren als dat bij Andreas het geval was.
Vraag: Welk woordje in vs. 42 is veelzeggend? Wat is kenmerkend in het antwoord dat Filippus aan Nathanael geeft (vs. 47)?
Uitgaan voor de Heer: Matt. 4: 18-22;10: 2;
Er is een roeping om de Heer te leren kennen en er is een roeping tot dienst. De twee zijn niet los van elkaar te denken, maar vinden niet (altijd) op hetzelfde moment plaats. Hoe weet je wat je moet doen en wanneer? Het begrip ‘visser’ kunnen we geestelijk precies zo toepassen als dat van ‘herder’.
Vraag: Het heil is gratis, discipelschap kost wat? Wat kostte het Andreas?