a. Ieder mens is dood voor God door zijn overtredingen en zonden (Ef. 2:2, 5). Denk aan de verloren zoon: ‘Deze zoon van mij was dood, maar is weer levend geworden’ (Luk. 15:24).
b. Voor de zondige mens is er geen andere verwachting dan verloren gaan d.w.z. het oordeel ondergaan in de hel, dat ook wel de tweede dood genoemd wordt. Maar God verkondigt redding door Jezus Christus: ‘opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Joh. 3:16). Wie niet gelooft, is echter in principe al geoordeeld (Joh. 3:18), en als hij niet tot inkeer komt geldt het woord van Joh. 3:36: ‘de toorn Gods blijft op hem’.
c. Keerpunt is bekering tot God en geloof in Jezus Christus: Wie in de Zoon gelooft is uit de dood overgegaan in het leven (Joh. 5:24). Wie de Zoon heeft, heeft het leven (1 Joh. 5:11, 12). Zo iemand is door God levend gemaakt met Christus (Ef 2:5).
d. We hebben leven, maar hoe leven we dat leven? Mensen zeggen wel eens van hun leven: ‘Dit is geen leven…’ als hun levensomstandigheden erg slecht zijn. Christen-zijn is wel een leven en dat onder welke omstandigheden ook!! Het christenzijn vereist wel: een heilige wandel in godsvrucht (2 Petr. 3:11) en dat met met oog op het vergaan van de wereld (vs. 10). De dag des Heren komt er aan!!
e. Het begrip heilig houdt in: apart gesteld voor God. Apart gezien van deze wereld en in een unieke situatie voor God en in verbinding met God gebracht. Die geheiligde positie vraagt om een praktisch leven afgezonderd van het kwaad en toegewijd aan God en aan de Heer Jezus. Het begrip godsvrucht zou men kunmnen opvatten als vrucht voor God vertonen. Toch is dat niet de betekenis van het woord. Vergelijken we het met het Duitse woord Gottesfurcht dan wordt dat al duidelijk. Een betere weergave zou zijn godsvreze. Het oude Nederlands kende zo iets als het woord ‘godsfurgt’. Dat houdt niet in bang zijn voor God maar eerbied voor God hebben en met Hem rekening houden in de praktijk van het leven. 2 Petr. 3:14 zegt dat zo: ‘beijvert u onbevlekt en onberispelijk voor Hem te worden gevonden in vrede’ (vs. 14)
f. Daar gij deze dingen verwacht (vs. 14). Om welke verwachten gaat het hier? Vers 13 geeft als antwoord op deze vraag: ‘Wij echter verwachten naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde’
Andere zaken die we verwachten
Aan de vorming van de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde gaan echter zaken vooraf die ons in andere schriftgedeelten worden voorgesteld en waarnaar we mogen uitzien.
- Dat is in de eerste plaats de terugkeer van Jezus Christus om de zijnen tot Zich te nemen waarover Joh. 14:1-3 spreekt en wat nader uitgewerkt wordt in 1 Thes. 4:15-18 (zie ook Fil. 3:20, 21).
- De verschijning van de gelovigen met de Heer: Daarover spreken teksten als: Kol. 3:4 We worden met Hem geopenbaard in heerlijkheid;
1 Thes. 3:13 De Heer Jezus komt dan vergezeld van alle heiligen;
2 Thes. 2:10 Hij wordt dan bewonderd in allen die geloofd hebben;
Openb. 17:14 Bij de Heer zijn dan geroepenen, uitverkorenen en getrouwen. - De stichting van het duizendjarig rijk waarin we met Christus zullen regeren: Openb. 3:21 zegt dat de overwinnaars met Christus zullen zitten in zijn troon zoals Hij Zich na zijn hemelvaart met zijn Vader gezet heeft in Diens troon. Openb. 20:1-6 spreekt over de regering van Jezus Christus gedurende 1000 jaar en over het feit dat allen die deel hebben aan de eerste opstanding dan met Hem regeren zullen.
Eerst na de regeringsperiode van Christus en de onderwerping van alle vijanden waarvan de dood de laatste is zal de toestand van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde ingaan.
We hebben fantastische dingen om naar uit te zien!