Israels offerdienst
Alle offers wezen heen naar het offer van Jezus Christus Paschalam – begin van volksbestaan in relatie met God – gespaard voor oordeel – bevrijd uit Egypte. Grote verzoendag-constante gemeenschap 1 Joh. 1:7
De vijf offers van Lev. 1-5 gebracht door verlost volk > persoonlijk gebracht.
Brandoffer – opdat het voor hem welbehaaglijk zij. Verzoening en aanneming maar dan niet alleen qua positie, maar ook in praktijk. Spijsoffer – mincha is niet ‘spijs’ maar ‘gave’ Gen. 32:13/1 Sam. 10:27 erkenning van waardigheid v. God – 1 Kon. 4:21; 10:25; 2 Kon. 8:8 geldt eigenlijk van alle offers. Betekenis algemeen: gave ‘het allerheiligste van de vuuroffers des Heren’ >> Lev. 2:3, 10 fijn meel/olie >> dagelijks voor brood >> alles in orde in ons dagelijks bestaan >> wat betekent Chr, voor ons leven.
Christus volmaakt:
Spijsoffer: Ef. 5:2;
Specifiek: Deut. 26;
Vredeoffer: vrede tussen God en ons;
Zondoffer: Probleem van onze zondige aard opgelost (2 Kor. 5:21);
Schuldoffer: Probleem van onze zondige daden opgelost (1 Petr. 2:21-25).
Offer van Christus – In leven en dood God toegewijd, God verheerlijkt. Voldaan aan eis van God i.v.m. zonde en schuld. Daarom vredeoffer.
Onze offers
Lofoffer – vrucht van de lippen Hebr. 13:15; 1 Petr. 2:5. Weldadigheid en mededeelzaamheid, materiele offers Hebr. 13:16. Hele leven een offer voor God Rom. 12:1.
Ook onze offers niet alleen om in nood te voorzien, maar bovenal om God te eren.