c Opvoeden een opgave?

Opgave van God, en een opgaaf. Het is niet altijd even gemakkelijk in verband met de tijdgeest.

Noodzaak

Van alle wezens mens het meest hulpeloos (Bavink). Dus voeding en opvoeding nodig. Niet te scheiden.
Zorg voor lichamelijke ontwikkeling;
Zorg voor psychische ontwikkeling;
zorg voor geestelijke ontwikkeling.

God als voorbeeld

a. Hij zorgt voor ons onderhoud Gen. 1:29
Geeft goede gaven Matt. 7:11 denk aan zijn zorg voor Israël: manna, water, kwakkels.

  • Jezus Christus – wonderbare spijziging zo hebben ook wij te zorgen voor huisgenoten 1 Tim. 5:8; 2 Kor. 12:14 schatten vergaderen voor de kinderen.

b. Liefde, steun; moederzorg en vaderzorg bij God Jes. 49:15; Deut. 1:30 vgl. Paulus 1 Thes. 2:7 en 11. Liefde van God – blijde, gelukkige ouders zijn de beste opvoeders.

c. Meeleven in lijden denk aan Ex. 2:23-25; 3:9-10. Hij troost Jes. 66:13. Doen wij dat ook? Denk aan kinderverdriet. Bemoedigen we ook?;

d. Hij geeft leiding, bescherming en vorming tot volwassenheid Ex. 12:51; 13:17 – eerst geen strijd, later wel. Hij strekt ons in der strijd Rich. 3:2; Ex. 19:4; Deut. 32:11. Denk aan Gods weg met Mozes. Geduld, lankmoedigheid vereist. We moeten kinderen oefenen naar eis van de weg Spr. 22:6.

e. God laat onderricht geven; Jozua 1:8; Neh. 8 geestelijk onderricht: Ex. 12:26, 27; Deut. 4:9; 6:4-7; 11:18, 19; 32:45, 46; Jozua 4:21. Vgl. 2 Tim. 1:5. Eerlijkheid en oprechtheid vereist ook heel praktisch: Spr. 15:1; 18:13. Met gevoel en zachtmoedigheid zelfvertrouwen kweken in afhankelijkheid van God.

f. Gods tucht is correctief, preventief, educatief, medicatief – Hebr. 12:9-11; Spr. 3:12; Job gehoorzaamheid bijbrengen – in besef van onderdanigheid aan God Spr. 13:24; 19:18; 22:15; 23:13, 14; 29:17. Rekening houden met Gods heiligheid en gerechtigheid fouten leren belijden en vergevingsgezindheid jegens anderen.

Voorbeelden on O.T. en N.T.
Geen vleselijke oplossingen zoeken – zoals Abraham;
Geen comm. stoornis en voorkeur – zoals Izaäk;
Geen verkeerd voorbeeld, slinksheid – zoals Jakob;
Geen slapheid – zoals Eli.

Leiding geven – hoe?
Niet autoritair dan duldt men geen tegenspraak; heeft geen luisterend oor, geen invoeling. Ook niet anti-autoritair d.w.z. totaal tolerant of democratisch – geen gezag uitgeoefenend. Tussenvormen manier van leiding geven vaak bepaald door: eigen gezinssituatie, kultuur beschouwing van de mens; deze is enerzijds een zondaar anderzijds beelddrager van God.

Bij autoritair gezag ligt de nadruk op uiterlijk gedrag; geen motivatie: behalve > omdat ik het zeg – de gebreken die dan optreden zijn o.a.
a. Als pa weg is, springt kind uit de band;
b. Kind handelt alleen uit vrees voor straf, dus probeert het die te ontduiken;
c. Kind is onvolwassen, geheel afhankelijkheid dat kan lijden tot opstand of bij slaafs neerleggen;
d. Geen zelfrespect ontwikkeld. Ef. 6:4; Kol. 3:21.

Bij te tolerant gezag ontvangt het kind geen leiding en accepteert men geen leiding als volwassene. Leert driften niet te beheersen. Denk aan de opvoeding die Eli zijn zonen gaf 1 Sam. 2:27-3.

Vereisten voor ouders:

  • Respect voor kind als beelddrager van God;
  • Gevoel voor unieke behoeften en bekwaamheden van kind;
  • Zorg voor de behoeften van kind;
  • Besef van afhankelijk gezag;
  • Besef van eigen zondigheid;
  • Grenzen weloverwogen, niet teveel bepalingen;
  • Bijbelse richtlijnen in acht nemen;
  • Zorgen voor weldadige gezinssfeer.
Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies