Uitgangspunt Hand. 17:16-34
1) Paulus geprikkeld over afgoderij; niet op boos mensen. ‘God haat de zonde, maar heeft de zondaar lief’;
2) Aansluiten bij wat aanwezig is. Verering van godheden;
3) Taktisch gaat van ‘onbekende God’ naar ‘God die onbekend is’. zegt:’Ik ben de joden geworden, 1 Ko 9:20-23 en: ‘Ik heb u met list gevangen’. 2 Kor. 12:16. Maar met oprechtheid 2 Kor. 2:17; 1 Thes. 1:5-11. ‘Oprecht > duiven; voorzichtig > slangen Matt. 10:16.
God de Schepper, verklaart zich niet, maar openbaart Zich Gen. 1. ‘…,die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is…’ Hand. 17:.24 zie ook Ps. 33:6-9. Contra: het polytheisme en evolutionisme. Hand. 17:24. ‘…, die een Heer is van de hemel en de aarde,…’ heidenen vele goden op hun eigen terrein, vgl. 1 Kon. 20:23). …, woont niet in tempels met handen gemaakt, …’ Hand. 17:.24; 1 Kon. 8:27; Hand. 7:47. Almachtig, Alwetend, Alomtegenwoordig niet op te sluiten in een tempel.
God de Onderhouder
daar Hijzelf aan allen leven en adem en alles geeft …’ God Hand. 17:25 behoeft niets van de mens, maar de mens is in alles afhankelijk van Hem. Zie ook: Ps. 50:8-15; 104:27; Job. 37-41; als ook Hand. 14:17; Matt. 5:45; Jak. 1:17 en vergelijk Ps. 65:10-14; Jer. 5:24; 1 Tim. 4:10.
God de Regeerder:
Hij stelde de bepaalde tijden en de grenzen van hun woonplaats vast, Hand. 17:26b …’ Contra: ‘noodlotsidee’ > volksislam. Contra: het idee van de autonome mens. Gods regering schakelt nooit de verantwoordelijkheid en de aktiviteit van de mens uit. Denk aan de volksverhuizing. Jes. 10:5; 6 in vergelijking met Jes. 10:vs. 7; zie ook Gen. 45:5-8; 50:20; Joh. 11:49-52; Hand. 4:27, 28. ‘De God in wiens hand uw adem is en die al uw paden beschikt’ Dan. 5:23 vergelijk ook Dan. 4:35; Spr. 8:15. God heeft de plaats van de volken vastgesteld naar het getal van de Israëlieten. Maar zij trokken er wel zelf heen Deut. 32:8.
God de Redder
Vs. 30: ‘…, verkondigt’. Jona naar Nineve Hand. 17:30. Geen mens gaat verloren zonder ‘boodschap’;
Vs. 30: ‘…, tijden van de onwetendheid.’ Hand. 17:30; Na een boodschap, geen beroep op onwetendheid;
Vs. 30: ‘ …, aan de mensen’. Niet aan engelen, of slechts aan een Hand. 17:30 aparte klasse mensen;
Vs. 30: ‘…, allen overal… ‘De oproep is onbeperkt. Vgl. Hand. 17:30 en vergelijk Rom. 3:22; 1 Tim. 2:4; 2 Petr. 3:9;
Vs. 30: ‘moeten’ … bevel > gehoorzaamheid. Hand. 17:30 vgl. Hand. 6:7 en Joh. 3:36;
Vs. 30: ‘… bekeren’. Hand. 17:30; Luk. 24:47, en vergelijk Hand. 2:38; 20:21; 26:18.
Twee woorden: metanoia (berouw hebben), bedroefd zijn 2 Kor. 7:10 en epistrefo (omkeren), veranderen van levensweg. Beide woorden komen voor in Hand. 3:19; 26:20. Wie? Wanneer? Welke? personen Waar? Waartoe? Waarom?
God de Rechter
een man, die Hij daartoe bestemd heeft …’ Luk. 17:31 (vgl. Joh. 5:22, 27). Uit de doden op te wekken… Luk. 17:31. Jezus als Rechter ontmoeten of als Redder? Hel en de eeuwige straf vaak weggeredeneerd, maar: Hebr. 9:27; 10:31; 12:29; 1 Petr. 4:17; Openb. 6:15, 16; 1 Thes. 1:9, 10; Joh. 3:18; Rom. 2:4, 5 en 2 Thes. 1:8, 9.
Hoe oordeel te ontkomen:
Illustratie: Ontkomen aan prairiebrand. door vuur te ontsteken en te gaan staan waar dat vuur geweest is.
Resultaat drieledig Hand. 17:32-34
Er zijn:
a) Mensen die spotten;
b) Mensen die de beslissing uitstellen;
c) Mensen die tot geloof komen. Met name genoemd!