De dag des Heren en des Heren dag

In Openb. 1:10 lezen we in de Telosvertaling dat Johannes ‘in de Geest op de dag van de Heer was’. De vertaling van het NBG van 1951 heeft: ‘Ik kwam in de Geest op de dag des Heren’. In een latere uitgave heeft men dit weergegeven met ‘Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren’. De weergave in ‘Werk in Uitvoering’ van het NBG geeft de tekst weer met: ‘Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering’.

Nu gaat het me niet om de kwestie van ‘In de Geest’ of in ‘geestvervoering’ maar om de betekenis van ‘de dag des Heren’.
Hierover bestaan twee meningen die nogal verschillen. De ene uitleg zegt dat Johannes in de Geest (geest) verplaatst werd naar de oordeelstijd die zowel in het OT als in het NT ‘de dag des Heren’ wordt genoemd. Zie wat het NT betreft o.a. 1 Thes. 5:2 en 2 Petr. 3:10.
De andere uitleg zegt dat Johannes op een bepaalde dag van de week in de Geest was. Deze dag wordt dan de dag van de Heer genoemd en dat slaat op de zondag, de eerste dag van de week of volgens sommigen op de sabbat, d.w.z. de laatste dag van de week. De kwestie zondag of sabbat laten we rusten. Ik ga uit van de zondag.

Tegen de eerste en voor de tweede uitleg spreken de volgende argumenten:

  • in plaats van ‘de dag des Heren’ wordt in Openb. 1:10 de volgorde omgedraaid. Er staat ‘des Heren dag’. Wanneer de ‘dag des Heren’ was bedoeld waarom wordt dan hier en hier alleen de volgorde omgedraaid? Dat is niet te verklaren tenzij er een andere betekenis bedoeld is en de uitdrukking slaat op een speciale dag van de week. Verwezen kan ook worden naar 1 Kor. 11:20 waar we dezelfde volgorde vinden ten aanzien van het avondmaal. Er staat daar ‘des Heren avondmaal’, d.w.z. het avondmaal dat de Heer toebehoort. De woorden ‘des Heren’ zijn in deze twee gevallen een bijvoeglijk naamwoord.
  • het is bekend dat in de eerste eeuw onder des Heren dag een bepaalde dag van de week werd verstaan.
  • eveneens weten we dat in documenten uit die eeuw een soortgelijk gebruik gangbaar was voor bepaalde dagen. Zo kende men de uitdrukking ‘Augustus dag’ waaronder de eerste dag van de maand werd verstaan. Ook sprak men van de ‘Keizersdag’ waarop bepaalde betalingen moesten worden verricht.
  • eventueel kan men nog aanvoeren dat niet alles wat in het boek de Openbaring staat plaatsvindt op de toekomstige dag des Heren. De hoofdstukken 2 en 3 geven namelijk de toestand aan van toenmalige gemeenten en volgens verschillende uitleggers geven deze hoofdstukken profetisch de geschiedenis van de kerk weer.

In ieder geval is er veel voor te zeggen om Openb. 1:10 te laten slaan op de zondag.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies