De Gemeente (5) eenheid van de gelovigen

Drie aspecten van de eenheid van de gelovigen

Er wordt veel over de eenheid van de gelovigen of de christenen
gesproken en geschreven. Het is belangrijk daarbij drie aspecten te onderscheiden.
Er is de eenheid als leden van de gemeente gezien alshet lichaam van Christus; er is de eenheid van de christenen gezien als een kudde schapen en er is de eenheid van de gelovigen gezien als de kinderen van God. We willen ze stuk voor stuk wat nader bekijken.

a. de eenheid van het lichaam van Christus.

Dat is de eenheid van een organisme, niet die van een organisatie, want een lichaam is een organisme. Over de gemeente als lichaam is sprake in de volgende Schriftplaatsen: Rm12: 3-8; 1Ko10: 17;12: 4-31; Ef1: 23; 2: 16;4: 4-16; 5: 23-30; Ko1: 18,24; 2: 19; 3: 15. Deze eenheid wordt dus alleen in de brieven van Paulus belicht. In deze Schriftplaatsen worden drie kenmerken van het lichaam gevonden, te weten: het lichaam heeft: een hoofd; het heeft vele leden en die vormen samen het ene lichaam.

Deze eenheid wordt in praktische zin gezien als de gelovigen:
-vasthouden aan het hoofd en zich niet laten leiden door iets of iemand anders (zie Ko2: 16-19);
-elkaar als leden dienen met de gaven die ze hebben, zie 1Ko12 en 14; Rm12: 4-8 (door de verdeeldheid in kerken en groepen wordt daar weinig van gezien, behalve daar waar christenen van diverse kerken en groepen elkaar ontmoeten, iets wat tegenwoordig meer gezien wordt dan vroeger denk aan de EO-dagen, de EH, diverse conferenties, themadagen, enz.;

Als men medechristenen als leden van het lichaam erkent en men geen kerkmuren of sectewanden opwerpt. Helaas is dat door ongelovigen niet te zien, omdat ze tegen een verscheidenheid van kerken en groepen aanlopen. Het wordt daar nog wel enigszins gezien (of als men ervan hoort)waar men medechristenen aan het avondmaal ontvangt, want dat is HET symbool van de eenheid van het Lichaam zoals 1Kor10: 16,17 aangeeft.

b. de eenheid van de kudde schapen

Hierover is sprake in Jh10: 1-18. De kudde is een eenheid omdat de schapen de ene Herder toebehoren. De kudde bestaat uit schapen van de Joodse stal en uit schapen uit de volken. Deze eenheid wordt zichtbaar als gelovigen in hun praktisch gedrag in deze wereld en naar elkaar toe de Heer Jezus volgen. Helaas wordt dit beeld ook verstoord door de verdeeldheid onder christenen in kerken en groepen en ook doordat christenen in hun persoonlijk en gemeenschappelijk christelijk leven zo verschillend laten uitkomen wat ze onder het volgen van de Herder verstaan en ze de verschillen meer benadrukken dan dat wat hen bindt. Er wordt door buitenstaanders dan twist en tweedracht onder de ‘schapen’ opgemerkt. Hierin moeten we beslist niet meegaan.

c. de eenheid van de familie van God

De term ‘familie van God’ wordt niet letterlijk in de Schrift gebruikt maar laat zich afleiden uit de geschriften van Johannes. Hij spreekt bijzonder over de gelovigen als ‘de kinderten van God’ en onderscheidt dan bijv. vaders, jongelingen en kinderen in het geloof (1Joh 2). Ook het gebruik van de term ‘broeders’ en ‘zusters’ heeft daarmee te maken.

Dit is de eenheid waarover de Heer Jezus spreekt in Joh. 17. Hierbij is niet alleen sprake van de eenheid die de gelovigen met elkaar vormen zoals de leden van het lichaam of de schapen van de kudde, maar een eenheid waarin we met de Vader en de Zoon begrepen zijn. Dat is onvoorstelbaar, maar waar. We lezen daarover lezen in Joh17: 21-23.

Bij het lichaam is er geen eenheid van het hoofd met de leden. Christus is niet een lid van het lichaam zoals wij dat zijn. Bij de kudde is er geen eenheid in die zin dat de herder mede een schaap is van de kudde. Bij de familie Gods is die eenheid met de Vader en de Zoon er wel, het is een eenheid van leven.
Wij hebben het leven uit God en uit de Heer Bij die familie Gods behoort ook het betrachten van de onderlinge liefde. Dat aspect wordt in de geschriften van Johannes sterk benadrukt.

De vraag is nu hoe we die eenheid praktisch gezien zichtbaar kunnen laten worden er staat namelijk: ‘opdat zij allen eenzijn, zoals U Vader, in Mij en Ik in U, opdat de wereld gelooft dat U mij hebt gezonden’ (Jh1: 21).

Ten eerste moeten we beseffen dat deze eenheid waarom de Heer Jezus bidt er is. Het is onaannemelijk dat dit gebed van de Heer niet verhoord zou zijn!! De verdeeldheid in de Christenheid vertoont praktisch gezien geen voorbeeld van deze eenheid dat is waar. Toch stijgt de eenheid van de Familie en trouwens ook die van het Lichaam en van de Kudde boven die verdeeldheid uit. We kunnen ze laten zien door alle ware gelovigen als broeders en zusters te erkennen, ze lief te hebben en dat ook te laten uitkomen waar we ze ook maar in het openbaar ontmoeten. Een E.O.familiedag is bijvoorbeeld zo’n gelegenheid.

Die eenheid van de familie Gods wordt ook gezien waar de liefde als broeders en zusters praktisch zichtbaar wordt in de ondersteuning die gelovigen elkaar geven. Ik denk b.v. aan akties zoals EO Metterdaad en dergelijke.

Maar die eenheid komt ook uit als we in trein of vliegtuig iemand leren kennen die ook een gelovige is en we hem of haar als broeder of zuster begroeten en het voor de omgeving duidelijk wordt dat we elkaar voorheen niet kenden, maar door hetzelfde geloof in Jezus Christus met elkaar verbonden zijn. De volle erkenning door de wereld zal er echter pas zijn als Jezus Christus verschijnt met alle gelovigen verenigd met Hem.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies