Betreft: Doodsangst
Vraag:
Gelovigen behoeven geen angst voor de dood te hebben, ongelovigen wel. Toch zie je in de praktijk vaak het omgekeerde. Hoe kan dat?
Antwoord:
De mens is geschapen voor het leven. Angst voor de dood is dus een normale zaak, want ‘de dood hoort er eigenlijk niet bij’. Je ziet zelfs in de dierenwereld dat er instinctief een angst voor de dood is.
Christenen behoeven geen angst voor de dood te hebben, want Christus heeft de dood overwonnen. De dood behoort – om zo te zeggen – ons toe. Ze is slechts een dienstknecht die ons bij Christus brengt (zie 1 Ko 3: 22 in vergelijking met Fp 1: 23). Een Christen heeft echter weet van de heiligheid van God, van de ernst van het oordeel, enz. Satan wil – vooral in de laatste ogenblikken – wel twijfel zaaien in het hart van de gelovige. In de zin van: Is het met jou wel in orde, je hebt zoveel kwaad gedaan en God is heilig en moet oordelen, e.d. Vandaar dat gelovigen het op hun sterfbed soms erg moeilijk hebben.
Anderzijds zien we gelovigen in vol vertrouwen sterven met een lied of tekst op de lippen.
Ongelovigen zouden altijd angst voor de dood moeten hebben. Het betekent immers dat de kans om gered te worden voorbij is en ze onder het oordeel van God vallen. We zien dan ook dat ongelovigen soms een geweldige angst voor de dood hebben en die ook uiten. Van de Franse schrijver Zola is het bekend dat hij een grote angst voor de dood had en dat in zijn romans (die volgens christelijk recensenten niet ter lezing aan te bevelen zijn) dat thema een overheersende rol speelt.
Omgekeerd zijn er ook ongelovigen die zonder een spier van angst de dood onder ogen zien. Enerzijds zijn dat mensen die wel in een hiernamaals geloven, maar die zich gewoon wijs gemaakt hebben dat het met hen wel goed komt. Ze hebben niet gestolen, niemand benadeeld, ieder het zijne gegeven, enz. Anderzijds kunnen dat mensen zijn, die zich wijs gemaakt hebben dat het met de dood uit is.
Welnu, er staat een tekst in de Bijbel die hierop wat licht werpt. In Lk 11: 21 lezen we: ‘Wanneer een sterke, goed gewapende man zijn hof bewaakt, is zijn bezit in veiligheid (of: vrede)’. Satan is zo’n gewapende man, hij wil de mensen in zijn greep houden en hij maakt ze wijs, dat het allemaal wel meevalt of dat met de dood alles uit is. Volgens Mt 16:23 bedenkt satan de dingen van de mensen, dus dat wat in hun straatje past. Welnu, als mensen zich maar konstant wijsmaken dat het wel goed zit of dat het met de dood uit is, dan stompen ze tenslotte hun geweten totaal af en sterven ze alsof er niets aan de hand is.