Eeuwig leven – Verlies

Betreft: Het eeuwig leven/verlies

Vraag:

a. Wat is eeuwig leven?
b. Waarom kan een gelovige het eeuwige leven niet kwijt raken?
c. Kun je het niet kwijt raken door zonde, ook niet door de lichamelijke dood?

Antwoord:

a. Het eeuwige leven houdt in, dat we de Vader en de Zoon kennen (Jh 17:3). Dat betekent niet, dat we geloven dat ze bestaan, maar dat we ze kennen zoals het schaap de herder kent. Dit kennen houdt een relatie in. Als iemand zich heeft bekeerd en gelooft dat Jezus Christus ook voor hem aan het kruis gestorven is, dan heeft zo iemand het eeuwige leven. Zijn bestaan is veranderd. Hij is op God en op Jezus Christus gericht en wil voor God en Christus leven. Zo iemand heeft hier al dat nieuwe leven en hij zal het straks in volkomenheid ontvangen.

b. De Schrift zegt duidelijk, dat de schapen van de kudde van Jezus Christus niet verloren zullen gaan (Jh 10:28). Er zijn nog meer teksten, die ditzelfde uitdrukken.
Daarnaast echter moeten we beseffen, dat het nieuwe leven niet een soort pakje is, dat we meedragen en dat iemand ons kan afnemen, waarbij we zelf onaangetast zouden blijven. Nee, als we het nieuwe leven zouden kwijtraken dan zou dat alleen op dezelfde manier kunnen als waarop we het natuurlijk leven verliezen. We verliezen het natuurlijke leven, doordat het sterft. Zo zouden we het nieuwe leven, dat we door wedergeboorte bezitten ook alleen kunnen verliezen als het zou sterven.

Maar … dan zou dat nieuwe leven net zo door de zonde aangetast moeten kunnen worden als het oude Adams bestaan en dat kan niet. De dood is namelijk het loon op de zonde, dan zou het nieuwe leven dus gezondigd moeten hebben en uit de eerste Johannesbrief blijkt duidelijk dat dat niet kan. (1 Jh 3: 9). Bovendien zou het nieuwe leven dan niet eeuwig zijn, maar ook een ophouden van bestaan kennen.

Het gewone leven in ons kent vanaf het begin van ons bestaan de aftakeling, De dood werkt al in ons vanaf onze geboorte. Het is dus geen vol ‘leven’. Als het eeuwige leven zou kunnen sterven, zou het ook deze aftakeling moeten kennen en evenmin waarlijk leven zijn.

c. De gelovige heeft nog steeds het ‘vlees’ in zich. De zondemacht in ons bemerken we maar al te goed. Als we zondigen dan bedroeven we God daarmee. De zonde tast onze gemeenschap met God aan, maar ze verbreekt niet de band tussen de hemelse Vader en Zijn kind hier op aarde. De Schrift zegt at we onze zonde moeten belijden en dat God ons de zonde dan vergeeft (1 Jh 1:9, vgl 2:1,2).
De lichamelijke dood maakt een eind aan ons aardse bestaan, maar brengt ons bij Christus. Paulus zegt: ‘heen te gaan en met Christus ge zijn, is verreweg het beste’ (Fp 1: 23).

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies