Betreft: Ef 2:14
Vraag:
Wat is de scheidsmuur waarop dit vers doelt?
Antwoord:
Jood en heiden waren van elkaar gescheiden. De Joden waren onder de wet, de heidenen of volken waren dat niet (zie Rm 2:12-15). Die wet vormde een afscheiding tussen Israël en de volken. In zijn diepste zin is de scheidsmuur dan ook ‘de wet van de geboden’ (vergelijk Ko 2:14).
In de tempel hadden de Joden een aparte voorhof voor de heidenen en voor zichzelf. Tussen die twee was een scheidsmuur. Een heiden mocht niet in de voorhof van de Joden komen. Met het woord scheidsmuur en het woord afbreken zal Paulus aan deze muur gedacht hebben, die letterlijk de Jood en de heiden van elkaar scheidde, maar die als het ware een symbool was van de wet, de geestelijke scheidsmuur.
Onder de scheidsmuur moet je de wet verstaan, maar als illustratie daarvan mag je aan die letterlijke scheidsmuur in de voorhof denken.