Betreft: Fp 1: 19
Vraag:
Paulus was toch behouden door het geloof in Christus? Hij lijkt hier te zeggen dat de verkondiging en groei ertoe bijdraagt dat hij behouden zal worden. Hoe leest u dit?
Antwoord:
Het woord behoudenis of heil kan duiden op
a. het behoud van de mens wat de eeuwigheid betreft en
b. het geestelijk of lichamelijk welzijn in dit leven.
Bij het eerste kunnen we twee aspecten onderscheiden:
a1 we zijn nu al behouden (zie 2 Tm 1: 9; Ef 2: 5,8);
a2 we worden behouden. Dat ziet op het bereiken van het einddoel. Daarbij is dan ook het behoud van het lichaam inbegrepen (zie Rm 8: 23;13: 11; Fp 1: 28; 2: 12
Deze twee aspecten kunnen als volgt worden geïllustreerd: ( a1) Noach en de zijnen waren behouden toen ze in de ark gingen, ze waren daar veilig. Anderzijds (a2) waren ze op weg naar de behoudenis, die een feit werd toen ze behouden op de Ararat aan land kwamen.
In Fp 1: 19 gaat het om het geestelijk welzijn van de apostel. Niet de verkondiging of groei bewerkt dat welzijn, maar het feit dat de apostel zich verblijd ook al brengen anderen met onzuivere bedoelingen het evangelie. Die instelling is tot zijn geestelijk welzijn. Zo zal God hem door dit leven leiden.