Betreft: Fp 2: 9-11
Vraag:
Volgt uit deze verzen dat alle mensen behouden worden? Er staat toch alle knie en alle tong.
Antwoord:
Het zou natuurlijk geweldig fijn zijn als alle mensen zich zouden bekeren en behouden zouden worden. Uit andere Schriftplaatsen weten we echter dat dat helaas niet zal gebeuren. Als een mens zich niet bekeert en niet gelooft in Jezus Christus kan God hem niet redden want dan heeft Hij geen basis, geen grondslag om dat te doen.
Nu staat er in dit vers ook niet, dat alle mensen vrijwillig hun knie voor God zullen buigen. Er zullen er zijn die het gedwongen zullen doen. Zo lezen we in Ps 66: 3 dat de vijanden van God Hem veinzend hulde brengen (zie ook Ps 18: 45).
Zo lezen we in Op 11: 13 dat de mensen bevreesd worden en God loven, maar in 9: 20 en 21 en 16: 8,11 lees je dat de mensen zich niet bekeren. Het gaat daar dus niet om een van harte God grootmaken.
Onder ‘alle knie’ moeten we dus zowel alle gelovigen als alle ongelovigen verstaan. De eersten buigen zich vrijwillig voor God, de laatsten worden ertoe gedwongen. Gods grootheid zal iedereen moeten erkennen Daar gaat het om.
Zo moesten de Egyptenaren Jozef eren of ze dat nu wilden of niet (Gn 41: 37-45).