Betreft: Gl 2: 1-10
Vraag:
Paulus is verschillende keren in Jeruzalem geweest, de vraag doet zich nu voor welk van deze bezoeken aan Jeruzalem in Gl 2: 1-10 bedoeld is.
Antwoord:
We hebben daarbij de keus tussen het bezoek genoemd in Hd 11: 27-30 (zie ook 12: 24,25) en dat genoemd in Hd 15: 1-41. Nog latere bezoeken komen niet in aanmerking, omdat Paulus bij die bezoeken Barnabas niet bij zich had.
Vergelijken we nu de beide genoemde bezoeken dan moet het tweede bezoek bedoeld zijn, want:
a. het is onwaarschijnlijk, dat bij het eerste bezoek Titus bij Paulus was. We moeten wel aannemen, dat Titus net als Timotheüs op een van de zendingsreizen van Paulus tot bekering is gekomen (hij noemt hem zijn echt kind naar het gemeenschappelijk geloof). Titus zal dus pas na de zendingsreis genoemd in Hand. 13 bij Paulus gekomen zijn. Aangezien in Gl 2 sprake is van Titus moet het bezoek waarover het in Hd 15 gaat bedoeld zijn.
b. Het doel van het eerste bezoek was een gave voor de armen naar Jeruzalem te brengen. Van een kwestie betreffende de besnijdenis lezen we in dat verband niets.
Het bezoek waarover Hd 15 spreekt, heeft echter wel tot doel de kwestie van de besnijdenis te bespreken. Ook Gl 2 brengt het punt van de besnijdenis naar voren.
c. Verder zegt Paulus in Gl 2, dat hij bij het bezoek waarover vers 1 spreekt aan de gelovigen te Jeruzalem het evangelie voorgesteld heeft, dat hij onder de volken predikte. Welnu het verslag van die prediking (samen met Barnabas) heeft plaatsgevonden bij de eerste zendingsreis. Het bezoek waarop Hd 11 doelt kan dus niet bedoeld zijn, want toen had Paulus nog niet in die zin onder de volken gepredikt en in ieder geval dat niet samen met Barnabas gedaan.