Betreft: Gl 3: 27
Vraag:
Ik vraag me af of het ‘in Christus gedoopt zijn’ wel te maken heeft met de waterdoop. Of veel meer met het tot geloof komen en verzegeld worden met de Heilige Geest.
Antwoord:
Het woord ‘dopen’ kan op verschillende zaken slaan. Zo is er sprake van dopen met water, maar ook van dopen met de Heilige Geest en met vuur ( Mt 3: 10,11). In Mk 1038 en Lk 12: 50 is sprake van een doop die Christus ondergaan zou en die kennelijk slaat op het lijden dat Hij zou ondergaan. Verder is er sprake van het door één Geest tot één lichaam gedoopt zijn (1 Ko 12: 13).
In de meeste gevallen gaat het echter om de waterdoop. In de andere gevallen blijkt uit de toevoeging ( met H.G., met vuur) of uit de omliggende tekst dat het om een bijzondere soort doop gaat.
We mogen dan ook alleen tot een andersoortige doop dan de waterdoop besluiten als de tekst daar uitdrukkelijk aanleiding toe geeft. Welnu, dat is in in Gl 3: 27 beslist niet het geval.
Verder wordt het tot geloof komen of verzegeld worden met de Geest altijd van de doop onderscheiden.
Tenslotte nog dit: het woordje met ‘in’ weergegeven kan evengoed met ’tot’ vertaald worden, dat is ook zo in Mt 28: 20 en dat geeft een heel duidelijke zin, vergelijk daartoe 1 Ko 10: 1,2 dat de oudtestamentische ’tegenhanger’ van de nieuwtestamentische doop met dezelfde bewoordingen beschrijft.