Gave van gezondmaking

Betreft: Gave van gezondmaking

Vraag:

Komt de gave van gezondmaking nog voor. Gebeurt het dan tot welbehagen van God. Heeft Johan Maasbach zo’n gave?

Antwoord:

We moeten beginnen met onderscheid te maken tussen
a) genezing als teken bij de prediking van het evangelie ofwel het uitoefenen van de gave van gezondmaking en
b) genezing op gebed.

a) Een voorbeeld van het eerste hebben we in Mk 6:14; Hd 3: 4-8; Hd 5:12-15; 19:12 en andere plaatsen. In dat geval oefent iemand de gave van gezondmaking uit. Het betreft dan de prediking van het evangelie onder ongelovigen. Net als alle andere tekenen dient het teken van genezing als bevestiging dat de prediking een boodschap van God is (Mk 16: 20; Hb 2:3,4). Zo’n ongelovige komt dan tot inkeer en wordt genezen.
Hij, die predikt en de gave van gezondmaking uitoefent zal zelf geloof moeten bezitten om zijn gave uit te oefenen (vergelijk Mt 17:19, 20). Tevens zal de prediker moeten weten of de zieke bereid is het woord te aanvaarden ofwel of hij geloof heeft om genezen te worden (vergelijk Hd 14:9). Bij mislukking kan de prediker nooit zich ‘verschuilen’ achter het ongeloof van de betreffende patiënt. In de Bijbel lezen we trouwens nooit van mislukkingen.

b) Over genezing op gebed gaat het in Jk 5:14-16). Er is veel voor te zeggen dat het hier gaat om iemand die ziek geworden is door dat hij gezondigd heeft. Zo iemand moet dan de oudsten van de gemeente bij zich roepen en zij zullen hem zalven met olie en voor hem bidden.

Over de vraag of de gave van gezondmaking nog wel voorkomt wordt verschillend gedacht, maar hoe dat ook zij als ienand die gave uitoefent moet zijn handelwijze en het resultaat overeen stemmen met wat de Schrift getuigt.
Of Johan Maasbacht deze gave bezit laat zich niet m.i. aflezen uit de praktijk van zijn optreden

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies