Geen wijsheid van woorden

1-Corinthiers 1:17

Paulus gebruikte gewone alledaagse taal met heel begrijpelijke voorbeelden ontleend aan:

  • zakenleven;
  • sociale leven
  • legertermen;
  • politieke en regeringsleven;
  • griekse atletiek- de werkende klasse.

Zakenleven:

”zekerheid “ – eigendomsrecht. “title deed” Hb 11.1
“afgevallen zijn” – breken van een contract Hb 6:6
“ testament” dood noodzakelijk Hb 9:16
“medeërfgenamen” – kinderen volgens Romeins. recht Rm 8.17 “onderpand v.d. erfenis”- soort handgeld Ef 1:14
“schade achten” een soort straf om iets op te geven Fl 3:8 “ rekening van uitgaaf en ontvangst” Fl 4:15

Sociale leven: zes woorden voor iemand die dient

“huisknecht” Rm 14:4; 1 Pt 2:18
“dienstknecht”- officiële funktie Jh 2:5; 12:26; Rm 13:4; 15:8; 16:1; 1 Ko 3:5; Fl 1:1
“gerechtsdienaars” Mt 26:58
“dienaar” vrijwillig of verplicht tot een dienst Hb 3:5
“slaaf” contra vrij man, Fm :16; Rm 1:1; 6:16-17

Legertermen

“instrumenten”,“wapens” Rm 6:13
”|loon” van een soldaat Rm 6:23; 1 Ko 9:7
“wapenrusting” Ef 6:121-16

  • zie ook 2 Tm 2:3; 2 Ko 2:14; 10:4; Ko 2:15

Politiek, regerings termen

“burgerschap” Fl 1:27; 3:20

Atletiek

“hardlopen” Fp 3:7-16; Hb 12:1,2
“boksen” 1 Ko 9:24-27
“trainingsregel” 1 Tm 4:7,8; 2 Tm 2:5 “beloning” 2 Tm 4:8

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies